42 11 I ook aan de aanvangsklassen der school les gegeven in nuttige handwerken. In vak j ontvangt elke klasse eiken dag een kwartier onderwijs. De onderwijzers geven het onderwijs in dit vak ieder aan hun eigen klasse. c. Gymnastiekonderwijs (vrije- en ordeoefeningen) werd tot nu toe (de hoogste klasse is op het einde van het 3e leerjaar) steeds aan jongens en meisjes te zamen gegeven. d. Er zijn 3 meisjes-handwerksklassende hoogste heeft de meisjes uit het 2e en 3e leerjaar, samen 11 meisjes; de middelste klasse heeft de meisjes uit de beide parallelklassen, die op het einde van het le leerjaar zijn, samen 16 meisjes, en de laagste klasse, die een half jaar op school is, telt 4 meisjesleerlingen. De ervaring zal nog voor dit onderwijs moeten uitmaken, hoe groot het maximum aantal leerlingen voor een meisjes- handwerksklasse aan school E kan zijn. Ik vermoed, dat 16 leerlingen daarvoor te veel is. Daar de handwerkles aan onze school één uur duurt, behoeft ze niet afgewisseld te worden door een periode van rust. e. Zooals uit de uiteenzetting van de verschillende methoden voor de verschillende vakken blijkt, wordt steeds zooveel mogelijk handelend aanschouwen toegepast. Alleen wanneer de leerlingen zelf bezig zijn, is de onderwijzer beslist ver zekerd van de aandacht der leerlingen. Concreet onderwijs, waarbij de leerlingen zelf zooveel mogelijk werkzaam zijn, is aan onze school een gebiedende eisch. In alle klassen wordt het laatste uur van den middag- schooltijd besteed aan handenarbeid. In de aanvangsklasse gelijkt de arbeid nog eenigszins op fröbelarbeid. In het 2e leerjaar en in het begin van het 3e leerjaar wordt papier- en kleiarbeid gegeven, in het einde van het. 3e leerjaar en in het 4e leerjaar komt daar de I kartonarbeid bij en in het 5e en 6e leerjaar stellen wij ons voor daarbij nog aan de jongens houtarbeid te geven. De voorwerpen bij den kleiarbeid worden steeds gemaakt I in verband met het zaakonderwijs. f. In alle klassen, uitgezonderd in de laagste klasse, die I een half jaar gejeden werd opgericht, werden schoolwande- I lingen gemaakt. Nooit tot ontspanning of belooning, steeds I tot onderricht. In het le leerjaar werden ze gemaakt om de leerlingen i een voorstelling te geven van het voorkomen van boomen j en weideland in de verschillende jaargetijden. In het 2e en 3e leerjaar werden schoolwandelingen gedaan om het zaak onderwijs, dat handelde over verschillende bedrijven en be roepen, te ondersteunen. VERSLAG ONDERWIJS AAN ACHTERLIJKE KINDEREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 874