i; Bylage 42 De Commissie voornoemd, J. Th. Moüton, Voorzitter. J. L. Hooftman, Secretaris. VERSLAG tan het Onderwys aan spraakgebrekkige leerlingen tot 1 November 1905. De Commissie van Toezicht op het onderwijs in spreken aan spraakgebrekkige leerlingen, heeft de eer U hierbij toe te zenden, ingevolge art. 10 der Verordening No. 10, 1905, de verslagen van hen, die met het onderwijs aan spraakge- brekkigen belast zijn. Zij voegt hieraan de volgende opmer kingen toe. De regeling van het onderwijs in spreken was tot nu toe slechts een voorloopige. Door vaststelling der Verordening No. 10, 1905, werd dit onderwijs definitief geregeld. De voorbereiding voor de in werking treding werd door verschillende omstandigheden vertraagd; thans is zij echter geheel afgeloopen. Ingevolge art. 9 der bovengenoemde Verordening werden door Burgemeester en Wethouders tot leden der Commissie van Toezicht benoemd de H.H. Dr. Wijsman, C. W. Valken en J. L. Hooftman, terwijl de Wethouder van Onderwijs voorzitter is. De heer L. van Lier en mej. E. van Dantzig, tot nu toe tijdelijk met het onderwijs in spreken belast, zijn door den Gemeenteraad definitief benoemd. Den 8en Januari zijn in gebruik genomen een lokaal in de Koningstraat en een aan de Lijnbaan, speciaal voor het onderwijs in spreken ingericht. Aan het Rijswijksche Plein wordt een dergelijke lokaliteit in gereedheid gebracht. Hier door wordt het, naar wij hopen, mogelijk, dat leerlingen uit alle scholen der stad profiteeren van het onderwijs in spreken, van Gemeentewege gegeven, maar voor Scheveningen zal nog te gelegener tijd eene regeling moeten worden gevonden. Naar aanleiding van een opmerking in het verslag van mej. van Dantzig, dat het schoolonderwijs soms een spraak gebrek doet ontstaan, heeft de Commissie de eer Uw college in overweging te geven, of het niet raadzaam zou zijn door een missive aan de Hoofden van Scholen de aandacht te vestigen op het gevaar van te hoog opgevoerde stem bij het opzeggen van versjes en lezen. 4 ■i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 884