43
3
.HOOFDSTUK III.
Onbeivoonbaarr er klaring, ontruiming, sluiting en afbraak.
nog niet verstreken voor de perceelen aan de Kerklaan en
den Kanaalweg. Aan de overige aanschrijvingen werd het
vereischte gevolg gegeven.
De by de aanschrijvingen sub c gestelde termijn voor de
voorgeschreven verbeteringen was voor twee gevallen op 31
December 1905 nog niet verstreken.
In zeven gevallen werd aan de aanschrijving voldaan.
In twee gevallen waren de perceelen bij den afloop van
den voor het aanbrengen van verbeteringen gestelden ter
mijn gesloopt.
In één der gevallen werd van drie, perceelen de bewoning
gestaakt in den zin van artikel 4 (le lid) der Woningwet.
9. Aanschrijving ter zake van overbevolking.
Aanschrijvingen ter zake van overbevolking werden niet
gedaan.
10. Toepassing van artikel 17, le lid der Woningswet.
Artikel 17 der Woningwet werd niet toegepast.
11. Onbewoonbaarverklaring ingevolge artikel 18, le lid,
der Woningwet, met opgave van het aantal onbewoonbaar
verklaarde woningen.
Ingevolge artikel 13, le lid der Woningwet werden 29
woningen onbewoonbaar verklaard en wel by Raadsbesluit van
27 Januari 1905 3 woningen.
17 April 4 woningen in één perceel.
17 „1 woning.
17 „9 woningen.
17 ,4
8 Juni „8
Van de bij artikel 19, 3e lid, der Woningwet gegeven be
voegdheid, om bij de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
voorziening te vragen van het besluit tot onbewoonbaar
verklaring, werd gebruik gemaakt voor de vier woningen in
één perceel uit het in de eerste plaats genoemde Raadsbe
sluit van 17 April 1905, voor de 9 woningen uitbet Raads
besluit van 17 April en voor de 8 woningen uit het Raads
besluit van 8 Juni 1905.
De bestreden besluiten werden allen door de Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland gehandhaafd.
Aan de woningen, die daarvoor ia de termen vielen, werd
VERSLAG WONINGWET.
n
n