4 rente te geven, al is hij ook overtuigd dat naar billijkheid eene voorloopige en niet een blijvende rente moest worden toegekend. 3o. J. W. Nauman (Stoker-machinist gasfabriek). Het is ons nog niet bekend, dat deze werkman den arbeid weder hervat heeft. Zoover wij weten wordt dus de voorloopige rente naar een verlies van arbeidsgeschiktheid van 60 nog aan hem uitbetaald. Wordt ook voor dit geval aange nomen, dat blijvende invaliditeit, en wel van 60 zal volgen, dan zal daarvoor de contante waarde ongeveer ƒ6450 bedragen Naar aanleiding van overzicht V hebben wij nog nage gaan, of getroffenen van een bepaalden leeftijd misschien bijzonder lang invalide blijven. Wij hebben echter gevonden, dat de gemiddelde invaliditeitsduur van getroffenen van verschillende leeftijden te weinig verschil opleverde om daaraan eenige bijzondere waarde toe te kennen. Een algemeen verschijnsel, dat wij bij vele der bij onze organisatie aangesloten ondernemingen aantroffen, is dat de ongevallen frequentie tegen het einde van de werktijden toeneemt, üit overzicht II blijkt ons niet, dat dit by de bedryven van Uwe Gemeente in 1903 het geval was. Het kan echter zijn, dat de rusttyden in die bedryven anders dan elders geregeld zijn en dat feitelijk verschillende ongevallen, waarvan wy veronderstellen, dat zij gebeurd waren in het begin van den werktijd, feitelijk plaats hadden aan het einde van den onmiddellyk voorafgaande. Wij stellen ons voor t. z. t. bij de Directeuren der ver schillende takken van dienst inlichtingen betreffende de arbeidsuren in te winnen, ten einde beter te kunnen nagaan in hoeverre het bovenstaande op de ongevallen aan de ge meentewerklieden overkomen van toepassing is. VERSLAG OMTRENT DE ONGEVALLENVERZEKERING. 0 Burgemeester en Wethouders teekenen hierbij aan. dat de rente van Nauman is een voorloopige rente, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van *50 uitmakende ƒ1.14 per werkdag. Ten slotte deelen Burgemeester en Wethouders nog mede, dat de Rijksver- zekeringsbank na het uitbrengen van dit verslag, n.l. met ingang van 18 November 1905, een blijvende rente heeft toegekend aan den werkman by de duinwater leiding H. van der RQke; deze rente tarekend naar 50 °/o arbeidsongeschiktheid bedraagt ƒ0.70 per werkdag, terwijl de contante waarde is vastgesteld op 4167.19', Het ongeval viel voor den 7en October 1908, doch daar het eerst den 11 en April 1905 werd aangegeven en de beslissingen van de Ryksverzekeringsbank eerst in Augustus en later werden genomen, was de Risico-bank niet in staat hiermede by het opmaken van haar verslag rekening te houden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 906