f
6600.—
6450.—
1700.98
Wij merkten reeds op, dat deze berekening der uitkomsten
veel te ongunstig is, omdat waarschijnlijk geen der drie
gevallen op den duur tot een blijvende rente aanleiding zal
geven.
Bij een zoodanige reserve-berekening dient tevens te
worden overwogen, dat de contante waarden van aan blijvend
invaliden toegekende renten, blijkens een aan ons uitge
bracht wiskundig advies, plus minus 12% hooger zijn dan
de overeenkomende lijfrenten, berekend, volgens de hier
voor in Nederland gebruikelijke tarieven.
Dit vindt in hoofdzaak zijn oorzaak in de omstandigheid,
dat het bedrag eener contante waarde gelijk is aan het
bedrag van het pand dat door ons, ingevolge art. 55 sub 3
der Ongevallenwet 1901, ter zake van het betreffend ongeval,
aan de Rijksverzekeringsbank moet worden gegeven. Blijkens
de formule volgens welke deze panden bij blijvende invalidi
teit worden berekend, welke formule voorkomt in art. 14
van het Kon. Besluit van 21 November 1902, Stbl. No. 200,
is deze berekening voor de Rijksverzekeringsbank zeer aan
den veiligen kant, hetgeen theoretisch niet zeer bezwaarlijk
werd geacht, omdat het hier slechts gold de berekening van
een pand.
Volgens het bovenstaande mag dus worden aangenomen,
dat ook afgezien daarvan, dat het niet zeker is dat inder-,
daad drie blijvende renten zullen worden toegekend, het
totaal bedrag van f 14750.93 aanmerkelijk hooger is dan de
werkelijke koopsom voor een drietal dergelijke lijfrenten
zoude bedragen.
Ten slotte merken wij nog op, dat het voor de beoor-
deeling van den financieelen uitslag van het eigen risico-
dragen zooals door Uwe Gemeente wordt gedaan, in het
algemeen niet juist is om dien uitslag over één jaar te
zeer ruime berekening voor deze drie gevallen de vol
gende bedragen gereserveerd kunnen worden:
Geschatte contante waarde L. Schenk
J. W. Nauman.
Contante waarde P. Ham
Totaal der wellicht nog te betalen ongevalkostenf 14750.93
6
VERSLAG OMTRENT DE ONGEVALLENVERZEKERING.
i) Het bedrag van f 6600 zou gehjk reeds hierboven is gezegd kunnen ver
minderd worden tot f 4260 dus met f 2850; er bij zou moeten komen de contante
waarde van de blijvende rente aan v. d. Rijke toegekendin totaal zou dit dus
een vermeerdering geven van f 4167.19» 2350 ƒ1817.195, waardoor het totaal
cijfer wordt f 14750.93 -f- f 1817.19S f 16Ö68.125.
(Noot van Burgemeester en Wethouders.)