45 De cijfers van tabel IV, welke aangeven hoeveel ongevallen op de verschillende werkdagen by Uwe gemeente gebeurden, hebben ongeveer hetzelfde verloop als die van het overeen komstige overzicht in 1903. Behalve op Donderdagen (en Zondagen), wanneer minder ongevallen plaats hebben, gebeurden er op alle overige werk dagen ongeveer evenveel ongevallen. Ook dit is eene afwyking van het algemeen verschijnsel in andere bedrijven, waar gewoonlyk op de Maandagen en de dagen na den betaaldag de meeste ongevallen voorkomen. Daar de werklieden bij Eene vergelyking der cijfers van tabel III, aangevende het aantal ongevallen in elke maand van het jaar voorgekomen, met de overeenkomstige cijfers over 1903 gaf ons geen aan leiding tot bijzondere opmerkingen. Wij hebben de uren der ongevallen van de stokers en van eenige andere soorten werklieden aan een nader onderzoek onderworpen en bijv, gevonden, dat terwijl, een der ploegen stokers, van 6 v.m.—2 n.in. werkt, aan dit soort arbeiders tusschen 12—2 n.m., d. i. gedurende het laatste gedeelte van hun werktijd, slechts zelden ongevallen overkomt. Verder blykt, dat de helft van het aantal ongevallen, over komen aan buitenwerkers van de Gasfabriek, plaats had tusschen 2 n.m. en 4 n m., terwijl dit tijdsbestek zeker niet het laatste gedeelte van een werktijd is. Waaraan dit is toe te schrijven, is ons op dit oogenblik niet gelukt te verklaren. Bij de gemeentewerken wordt in den zomer na den middag langer gewerkt dan des wintersop de kortste dagen eindigt de werktijd reeds te 4.30 n.m., terwyl deze op de langste dagen tot 7 n.m. duurt. Ook hier komen de meeste ongevallen in den middag tusschen 2—4 uur voor, dus ook niet tegen het einde van een werktijd. Van het personeel van den Reinigingsdienst werken b.v. de staal werkers tot 6 n.m., terwyl de straatreinigers en vuilnisvervoerders reeds te 5 30 n.m. den arbeid eindigen. Bij straatreinigers en vuilnisvervoerders komen de meeste ongevallen voor tusschen 10 en 12 v.m. en tusschen 2 en 4 n.m. en wel telkens ruim '/4 van alle aan dit soort arbei ders overkomen ongevallen. Het is nu wel duidelijk, dat de cijfers van tabel II slechts eene betrekkelijke waarde hebben. In elk geval blijkt er uit, dat bij alle takken van dienst te zamen de kansen op onge vallen van vroeg in den morgen tot den middag toenemen en deze tusschen 2 n.m. en 4 n.m. het’grootst zijn. Hetzelfde verschijnsel valt bij het nagaan van de cijfers der overeen komstige opgave van 1903 op. 6 VERSLAG OMTRENT DE ONGEVALLENVERZEKERING,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 918