.1 45 7 In tabel VI zijn de bijzonderheden van de negen ongevallen met een invaliditeitsduur van meer dan 42 dagen verzameld, waarvan er zeven tot de toekenning van eene voorloopige rente en een tot éene blijvende rente aanleiding gaven. By niet minder dan drie van deze negen ongevallen is de langdurige invaliditeit het gevolg geweest van infectie bij oogenschijnlijk onbelangrijke verwondingen ontstaan (No. 3, 4 en 8). De vraag schynt gewettigd of infectie in deze ge vallen niet voorkomen had kunnen worden door eene betere reiniging van de wonden dadelijk na het ongeval. Het is ons bekend, dat bij verschillende aangeslotenen aan onze Orga nisatie ieder werkman, die gedurende den arbeid een wond, Uwe gemeente op Zaterdag uitbetaald worden, is, behalve in de Gasfabriek, van ongevallen op den dag volgende op de uitbetaling van het loon wel weinig sprake. Wanneer men de cijfers van tabel V met de overeenkomstige van 1903 vergelijkt, dan valt het dadelijk in het oog, dat het aantal getroffenen onder 16 jaar in 1904 vijfmaal zoo groot is als in 1903. Al deze 20 getroffenen behooren tot de Reinigingsdienst en zijn meer bepaald helpers van de werk lieden der vuilniskarren. Het zal Uw College bekend zijn, dat deze jongens in 1903 door de Rijksverzekeringsbank beschouwd werden als volslagen werklieden en hunne uit keering werd vastgesteld naar het werkelijk verdiende loon. Later kwam de Rijksbank, in opdracht van den toenmaligen (najaar 1903) Minister van Binnenlandsche Zaken, op hare beslissing terug en stelde vast, dat deze jongens als leerlingen te beschouwen waren en dus hunne uitkeering behoorde te geschieden naar het loon van den minst betaalden gelijk- soortigen volslagen arbeider. Het gevolg hiervan was, dat aan deze jongens ingeval zij een ongeval kregen, van de Ryksverzekeringsbank eene hoogere uitkeering ontvingen dan hun loon bedroeg. Het is natuurlijk voor ons onmogelijk om vast te stellen, in welke mate het besluit van de Rijksbank, om deze soort jongens als leerlingen aan te merken, van invloed is geweest op het bijzonder groot verschil in aantal ongevallen, dat in beide jaren aan hen is overkomen, toch meenen wij gerechtigd te zijn, naar aanleiding van de ondervinding elders opgedaan, te verklaren, dat de groote toeneming van het aantal onge vallen aan die jonge onvolslagen werklieden overkomen, zonder twijfel verband houdt met hun extra-verdienste ge durende den tijd hunner invaliditeit. Ongevallen met den dood als gevolg kwamen in 1904 bij Uwe gemeente niet voor. VERSLAG OMTRENT DE ONGEVALLENVERZEKERING 'i li

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1905 | | pagina 919