114 de dammen was men den Naar de beide hoofden zijn ongeveer 82 last stortsteen vervoerd. De Noordelijke zeesluisopening werd voor periodieke drooglegging en onderzoek, afgedamd en drooggelegd de waaierdeur en de groote schuif werden gebreeuwd, gepekt en geteerd. Gebreken waren niet te ontdekken en vernieuwingen waren nog niet noodig. Met het opruimen van 31 December nog bezig. De werken bevonden zich aan het einde desjaarsin behoorlijken staat. 4°. V i s s c h e r s h a v e n. De in het vorige jaarverslag genoemde ponton kwam in Februari gereed. De ponton werd door een militaire commissie voorloopig onderzocht en voorloopig goedge keurd, onder bepaling dat de definitieve beproeving in de haven te Scheveningen zou plaats vinden. De ponton werd daarna naar de Scheveningsche haven overgebracht. De definitieve beproeving heeft aan het eind des jaars nog niet plaats gevonden. Het baggerwerk ter verdieping van de binnenvoor haven tot 3.26 M. -r- D. P. en van de binnenhaven tot op 3.50 M. D. P. was in Augustus ongeveer voltooid, behoudens het oostelijk deel van het vak tusschen de due d’alven, dat niet verdiept werd, met het oog op een aldaar beraamden steigerbouw. De zandzuiger voerde in totaal op een hoeveelheid van 110000 M3. in de vaartuigen gemeten. Tengevolge van de aanwezigheid van krimpscheuren in de zeeeinden der havenmuren, onstonden onder de bermen afgedekt met keien op betonlaag door wegvloeiing van zand ledige ruimten, waardoor de bermen daar ter plaatsen verzakten. Bij den storm van 12 Maart volgden de tegen de bermen steunende, boven liggende basaltglooiïngen, waardoor aan beide zyden de golven een deel der blootgekomen zandgronden konden aantastten. Een noodbeslag van rijshout werd voorloopig gelegd, terwijl in Juli de definitieve herstelling dezer storm-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 115