171
Inschrijving van leerlingen.
Gedurende 1906 werden 7248 kinderen ingeschreven,
waaronder 1675 inschrijvingen van leerlingen, die reeds
elders school gingen.
De gelegenheid tot inschrijving werd als gewoonlijk
bekend gemaakt, en in de regelen, waarnaar zij plaats
had, kwam geen wijziging.
Schoolgelden.
Gedurende het jaar 1906 werd aan 703 ouders gedu
rende een termijn, loopende van 1—4 maanden, op
hun verzoek vrijstelling verleend van schoolgeldbetaling,
nadat bij onderzoek gebleken was, dat zij tijdelijk niet
in staat waren, schoolgeld te betalen.
Op burgerscholen bevonden zich op den 31 Decem
ber 1906 84 leerlingen, voor wie half- en 61 leerlingen,
voor wie geen schoolgeld werd betaald.
De toepassing van artikel 5 der Verordening no. 18
van 1906 (Verordening, regelende het bedrag en de
grondslagen van het schoolgeld voor de leerlingen der
openbare lagere scholen), waarin o. m. de verwijdering
der leerlingen van de school, wegens wanbetaling van
schoolgeld, wordt voorgeschreven, gaf voor het eerst
aanleiding tot moeilijkheden.
In 1903 waren namens Burgemeester en Wethouders
voorschriften gegeven, opdat de toepassing van dit ar
tikel niet of zoo wTeinig mogelijk zou leiden tot school
verzuim, maar in de Raadsvergadering van 14 Juli 1906
werd eene motie in den Raad voorgesteld en door Bur
gemeester en Wethouders overgenomen, luidende: „De
Gemeenteraad noodigt Burgemeester en Wethouders uit
te overwegen de wenschelijkheid van eene wijziging
van de verordening, regelende het bedrag en de grond
slagen en de invordering van het schoolgeld voor de
leerlingen enz. in dien zin, dat de leerlingen, voor wie
het schoolgeld op het aangewezen tijdstip niet is vol
daan, daarvoor niet van de school worden verwijderd”.
Op het einde des jaars was deze aangelegenheid nog
in onderzoek. Schoolverzuim, tengevolge van wanbetaling
door niet-onvermogenden, wordt hier ter stede, gelijk
elders, door het Rijksschooltoezicht als onwettig be
schouwd.