192 In het jaarverslag over 1906 van het Schilderkundig Genootschap „Pulchri Studio” vinden wij o. m. vermeld, dat als lid zijn toegetreden9 donateurs, 3 werkende, 20 buitengewone, 2 sociteits- en 4 kunstlievende leden, te zamen 38 ledenterwijl door overlijden, opzegging of om andere reden afvielen10 donateurs, 6 werkende, 16 buitengewone, 3 societeits-en 11 kunstlievende leden, te zamen 46 leden. In de Kunstzalen werden de volgende tentoonstel lingen en kunstbeschouwingen, van het Genootschap uitgaande, gehouden: 2030 Januari, tentoonstelling van teekeningen en schetsen door de heeren W. B. van Horssen, M. Kramer en Willy Sluiter; 25 Januari, kunstbeschouwing-portefeuille der wer kende leden; 19 Februari, kunstbeschouwing-portefeuille van den heer H. W. Mesdag; op 20 Februari tentoongesteld ook voor het publiek; 10 Maart, tentoonstelling van decoratieve paneelen, bestemd voor de salons van het stoomschip „Leemans”, Reederij Fop Smit en Co; 29 Maart, kunstbeschouwing-portefeuille der werkende leden kenboer uit Amsterdam over „De verhouding van den architect tot den decorateur”. De kunstbeschouwing bestond dien avond uit eene collectie reproducties van Egyptische, Assyrische, Gothische en Italiaansche muur schilderingen. In de October-vergadering gaf de Voorzitter eene toelichting bij het fraaie plaatwerk: De Sint- Lebuinuskerk te Deventer; de kunstbeschouwing bestond uit het genoemde plaatwerk en de antwoorden op de prijs vragen voor 1906. In de 7e ledenvergadering op 12 Dec. gaf prof. K. Sluijterman eene causerie met lichtbeelden over de laatste kunstnij verheidstentoonstelling te Dresden. De Vereeniging bracht dit jaar in Januari een bezoek onder leiding van haren voorzitter, die tevens de bouw meester is, aan het restaurant „De Twee Steden”in November aan de plaat- en etsdrukkerij van de firma Mouton en Co. alhier. In Juli maakte zij hare zomer- excursie naar Hoorn en Enkhuizen, waar veel op het gebied der kunstnijverheid werd bezichtigd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 193