19
44
HOOFDSTUK VIII.
5291 lichten
92
I
230
5613 lichten
87
5526 lichten
delingen groot 4000,—en het Saldo dier reserve ad
f 536,50 komt voor in het credit der Verlies- en Winst
rekening.
Onder de post gasverbruikers in het debet der balans is
begrepen eene som van f 5.391,23 voor dubieuse vorderingen
wegens gas, meterhuur en kwitantiezegels.
Hiertegenover is weder f4.000,- gereserveerd, welk bedrag
op grond der uitkomst van het vorige jaar, voldoende wordt
geacht.
Op bijlage II komt onder meer voor hel gezamenlijk gas
verbruik van de particulieren en van de gemeente voor hare
gebouwen, van jaar tot jaar sedert het begin der exploitatie
door de gemeente.
Blijkens het verslag over 1905 werden op
1 Januari 1906 ontstoken
Van de lantaarns, behoorende tot de zomer-
verlichting te Scheveningen. werden ontstoken
bij de opening van het badseizoen
In den loop van 1906 werd de verlichting
uitgebreid met
Zoodat aanwezig zijn
waarvan in den winter niet werden ontstoken
Op 31 December was dus het aantal
Onder dit cijfer zijn begrepen 5191 gasgloeilichten met
5315 pitten en wel:
5090 branders met gaatjes-glazen.
71 groepenbranders elk met 2 pitten, met gaatjes-glazen.
25 3
1 groepenbrander „4
2 Lucaslichlen.
2 Hallerlichten.
Alle branders zijn, elke pit voor zich, van een daglicht-
(aansteek)- vlam voorzien.
In 1906 is het aantal gasgloeilichtbranders met 440 stuks
uitgebreid, het aantal pitten met 438.
In den zomer waren te Scheveningen bovendien 92 gas
gloeilichtbranders opgesteld, waarvan aan het einde van het
badseizoen 87 werden afgenomen.
Tevens werd voortgegaan met het aanbrengen van gas
gloeilichtbranders in beugels (springsuspension frames) op
plaatsen waar daartoe aanleiding bestond; ook werden proeven
genomen met trilapparaten (l’antivibrateur Chalmers) in dep
VERSLAG DER GEMEENTEGASFABRIEK.
n
n
Publieke verlichting.