41 J 1790, 1791, 1637 en 1636, te zamen groot 79 aren, 17 centiaren met het Kerkbestuur der Nederlandse h Israëlietische Gemeente te ’s-G ra ven h age, waarbij aan de Gemeente in eigendom worden afgestaan alle rechten op perceelen grond aan de Timorstraat, kadaster Sectie P., no. 7414, groot 73 centiaren, no: 7415, groot 37 centiaren en no. 7418, groot 92 centiaren, tegen afstand door de Gemeente van alle rechten op het perceel grond, kadaster Sectie P., no. 7413, groot 57 centiaren en op 73 centiaren grond van de perceelen Sectie P., no. 7416, groot 7 aren, 24 centiaren en no. 7417, groot 36 aren, 86 centiaren, allen gelegen aan of nabij de Timorstraat: met E. K. A. Peiger, waarbij aan de Gemèente in eigendom worden afgestaan twee strookjes grond, te zamen groot ongeveer 0.50 M2., kadaster Sectie D, no. 1065 gedeeltelijk, vrijgevallen door de terugbouwing van den voorgevel van het perceel Prinsestraat no. 33/35, met bestemming tot openbare straat; tegen afstand door de Gemeente van drie stukjes grond, te zamen groot ongeveer 0.04 M2., uitmakende gedeelten van de Prinse straat, kadaster Sectie D, ongenummerd; met J. H. V. Reuse r, waarbij aan de Gemeente in eigendom wordt afgestaan met bestemming tot openbare straat eene eppervlakte grond, groot ongeveer 5.90 M2., kadaster Sectie L, no. 7060 gedeeltelijk, zijnde de onder grond van een gedeelte der vroeger vóór perceel West- einde no. 52 aanwezige stoep en die van twee aan dat perceel wegtebreken pilasters, tegen afstand door de Gemeente van eene oppervlakte grond', groot ongeveer 0.02 M2., uitmakende een gedeelte van het Westeinde, kadaster Sectie L, ongenummerd; Aan de Gemeente werden kosteloos afgestaan: door de Weduwe J. van Rees geboren H. P. van Brummelen en J. H. C. van Rees de helft van eene sloot, kadaster Sectie A D, no. 2313, groot 9 centiaren, gelegen achter den tuin van perceel Sta tionsweg no. 40, met verplichting tot het van Gemeente wege doen dempen van bedoeld gedeelte sloot en het

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 41