20
Duinstraat N. Z. tijdelijk personeel van 16 Aug. 1905—1 April
1906 en van 15 Juni 1906 tot hedenin de Keizerstraat van
1 Januari 1906 tot heden en van 15 Juni 1906 tot heden;
in de Duinstraat Z.Z. van 28 April 1906 tot 1 Januari 1907.
Het laatste geval komt der Commissie om nog eene andere
reden zeer ongewenscht voor. De betrokken onderwijzer was
n.l. elders tot tijdelijk leeraar benoemd, kreeg hiertoe 5 maan
den verlof, behield zijne jaarwedde, die hij gedeeltelijk be
steedde om een plaatsvervanger te betalen. Het verschil
behield hij zelf.
Ook het verleenen van verlof, om te gaan studeeren voor
de hoofdacte of bijacten, schijnt de Commissie een misbruik,
waaraan in het belang van het onderwijs een einde dient
te komen.
Het aantal schoolvergaderingen was zeer uiteenloopend,
hetgeen blijkt uit eene nieuwe rubriek, die opgenomen is
in Bijlage, letter C.
Op zeer vele scholen werd de behoefte aan schoolverga
deringen niet merkbaar gevoeld, terwijl daarentegen op de
school aan de Hoefkade 101 de 100ste schoolvergadering
feestelijk werd gevierd. De Commissie zou het zeer gewenscht
achten, dat schoolvergaderingen meer algemeen plaats hadden.
Ofschoon volgens art. 8 sub b der Wet op het Lager
Onderwijs de kweekelingen tot geene werkzaamheden in de
school gebezigd mogen worden dan de zoodanige, welke zij
onder het toezicht en de leiding van een in hetzelfde school-
vertrek aanwezigen bevoegde verrichten, komt het op de
openbare lagere scholen alhier herhaaldelijk voor, dat dezen
concierge-diensten verrichten of wel hun verblijf op de
school gebruiken, om in ledige lokalen of zelfs in de gangen
aan tafels hun werk te maken of hun lessen te leeren.
Voor de practische opleiding tot onderwijzer of onder
wijzeres wordt tot dusverre in deze gemeente niets gedaan.
De Commissie van Toezicht vraagt zich af, of onder deze
omstandigheden de som aan de gemeente-kweekelingen
zonder akte besteed, niet nuttiger voor de practische en
theoretische opleiding der gemeente-kweekelingen aan te
wenden ware.
3. Leerlingen en Onderwijs.
In de Verslagen der Hoofden van scholen wordt algemeen
het willekeurig verzuim in steeds geringere mate geconsta
teerd. Wel is waar vertoont het verzuim wegens ziekte
bedenkelijke toeneming. Vooral was het najaar van 1906
volgens de verslagen ongunstig voor den gezondheidstoestand
der leerlingen.
Tot haar leedwezen kan de Commissie van Toezicht de
6
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.