20 21 bewoog. Wel werd in den hoek aan de zijde, welke zich het dichtst bij het rookkanaal bevindt, een geringe trekking in de richting van binnen naar buiten geconstateerd; de hoofdstroom bewoog zich echter beslist van buiten naar binnen. De vrees, dat bij ventilatie volgens M. door de kinderen, die het dichtst bij de geopende ramen geplaatst zijn, over hinder van een kouden luchtstroom op de hoofden geklaagd zal worden, is gebleken geheel ongegrond te zijn. Persoon lijk konden wij ons meermalen overtuigen, dat daarvan geen sprake is. Alleen wanneer de wind vlak op de ramen staat, zou daarvoor eenige vrees behoeven te bestaan. Bij de ligging onzer nieuwere schoolgebouwen met de lokalen op hetZ.-O. is de kans daarop al zeer gering. Bovendien zijn de door Dr. Mastboom aanbevolen en reeds hier en daar aangebrachte halve dubbele ramen in dat geval een afdoend voorbehoed middel. Met bovenvermelde resultaten van het experimenteel onder zoek voor oogen, behoeven wij ons niet te verwonderen over het oordeel der onderwijzers op grond van de ervaring, door hen in de praktijk opgedaan. De heeren K. Goudswaard en J. Laban deelden ons op ons verzoek schriftelijk hunne ervaring mede. De heer Goudswaard schreef: „Gedurende de maand September 1905 is zoowel het systeem Levoir als het systeem Mastboom zonder kachel toegepast, van af 1 October tot heden (29 Maart 1906) met kachel. In beide gevallen voldeed het laatstgenoemde in hooge mate. Aan het einde van een schooltijd was het in de lokalen nog zeer frisch, zoo, dat gang en lokaal voor den waarnemer alleen een temperatuursverschil opleverden. Wanneer de raamvlakte aan den wind was blootgesteld, werd alleen gebruik gemaakt van de dubbele ramen; tocht was dan niet waarneembaar. Van veel beteekenis zou het zijn, wanneer misschien twee van deze ramen in elk lokaal aangebracht werden. In som mige lokalen der school is dit het geval. Wanneer de weersgesteldheid het toeliet, werden de stolp- ramen opengezet. Zon en frissche lucht traden dan volop binnen, zoodat het hoogst aangenaam aandeed in de lokalen te vertoeven. Het systeem Levoir leverde niet zulke gunstige resultaten op. Als de ramen gesloten bleven, was de ventilatie niet voldoende. Aan het einde van een schooltijd was het merk baar, dat de lucht aan frischheid te kort schoot. Een hoofdbezwaar was verder, dat de trekschoorsteenen meestal „bliezen”. Dit was wel afhankelijk van richting en kracht VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 477