20 32 In het algemeen gesproken, kreeg de Commissie den indruk, dat het herhalingsonderwijs zich langzaam aan naar een eenigszins hooger peil beweegt. V. Plaatselijke Commissie van Toezicht. Evenals het vorige jaar hadden ook in 1906 wijzigingen in de samenstelling der Commissie van Toezicht plaats. Niet minder toch dan zes leden zagen zich wegens ver schillende redenen genoopt, hun eervol ontslag aan te vragen. Den heer H. de Mol van Otterloo werd bij gemeenteraads besluit van 15 September ontheffing verleend, terwijl de heeren Mr. A. A. H. Struycken, benoemd tot Hoogleeraar aan de gemeentelijke Universiteit te Amsterdam, W. R. de Greve, Dr. J. Coert, A. W. H. Ludwig en de ijverige secretaris, de heer Jhr. Mr. C. Feith, die zes jaren met nauwgezetheid zijne voorzeker niet gemakkelijke taak vervulde, respectievelijk 17 September. 1 October, 1 November, 12 November 1906 en 1 Januari 1907 eervol ontslag als leden der Plaatselyke Com missie van Toezicht op het Lager Onderwijs bekwamen. In het verslag van 1905 vindt men reeds den naam ver meld van den heer L. G. Baron van Boetzelaer, die bij Raads besluit van 19 Februari 1906 tot lid der Commissie werd benoemd. Hoewel de Commissie door het ontstaan van zes vacaturen in groote moeilijkheid werd gebracht ten opzichte van de verdeeling der werkzaamheden en zij nieuwe aanbevelingen aan den Raad deed, teneinde zoo spoedig mogelijk de ledige plaatsen aan te vullen, wenschte de Raad geen nieuwe be noemingen te doen, voor er tusschen het College van B. en W. en de Commissie overeenstemming was verkregen omtrent den aard der samenstelling. Hierdoor moest in twee groote wijken het toezicht elk aan een lid gedurende geruimen tijd worden opgedragen en ver liep het jaar 1906 geheel zonder dat een enkele vacature werd vervuld. Op 1 Januari 1907 telde de Commissie, die volgens de bestaande verordening tot 35 leden kon uitgebreid geworden zijn, slechts 23 leden. Behalve de bespreking der Rapporten over het schoolbezoek der sub-Commissiên in de eerste maanden van het jaar, eischte de behandeling van eenige belangrijke onderwerpen en de voorbereiding daarvan door daartoe ingestelde sub- Commissiën veel tijd van de leden in het bijzonder en de vergadering in het algemeen. Een drietal dezer onderwerpen mogen hier nog wel kort vermeld worden. VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 488