22 VERSLAG der Commissie tot Wering van Schoolverzuim in de 5e Afdeeling. De Commissie tot wering van schoolverzuim in de 5e Afd heeft ingevolge art. 9 van het K.B. van 16 November 1900' de eer aan den Raad het navolgende verslag harer werkzaam-’ heden over 1906 uit te brengen. In de samenstelling der Commissie kwam geene verande ring. Zij bestond evenals het vorige jaar uit de Heeren W. Engels, Mr. A. M. de Groot, G. Hogenbirk, J. Pelser, W. van Straaten Jr., J. A. H. de Voort en L. C. A. van de W atering. Er werden 22 vergaderingen gehouden, waarin werden behandeld 93 gevallen van schoolverzuim, tegen 64 in het voorgaande en 92 in het daaraan voorafgaande jaar. Buitengewone vergaderingen werden niet gehouden. Ingekomen zijn van de Heeren Schoolopzieners: in het Ile Arrondissement 47 kennisgevingen, Ille 46 Twee kennisgevingen werden, als niet behoorende bij deze Commissie, aan den Schoolopziener teruggezonden. De 93 behandelde gevallen betroffen alle relatief school verzuim. Absoluut verzuim kwam dit jaar niet voor. Evenals vorige jaren werd omtrent elk schoolverzuim aan het betrokken Hoofd der School om inlichtingen gevraagd, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, waardoor het de Com missie mogelijk was beter de juiste oorzaken van het school verzuim te beoordeelen. Ook ten huize der ouders werd in de meeste gevallen een onderzoek ingesteld. Van de Hoofden van Scholen, aan wie de Commissie inlichtingen verzocht, ondervond zij in verreweg de meeste gevallen zeer te waardeeren medewerking. Toch is de Commissie van oordeel, dat haar arbeid gemak kelijker en vruchtbaarder zou zijn, wanneer de Hoofden der Scholen als regel aannamen van elk afzonderlijk verzuim datum en oorzaak op te geven. Het zou der Commissie op

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 642