22 (5e Afd.) versl. v. n. comm. t. wering v. schoolverz. 20 De Commissie voornoemd, ’s-Gravenhage, 25 Januari 1907. J. A. H. de Voort, Voorzitter. G. Hogenbirk, Secretaris. bepaalde zich er toe de feiten eenvoudig mede te deelen, terwijl de betrokkenen ernstig weiden vermaand voortaan hunne verplichtingen na te komen. In de vierde plaats moet worden opgemerkt, dat het school verzuim veelvuldig voorkomt door slordigheid en onverschil ligheid der ouders, waarbij ook misbruik van sterken drank dikwijls een betreurenswaardige rol speelt, en door weinig of geen belangstelling in het onderwijs hunner kinderen. Uit gemakzucht houden zij hunne kinderen thuis voor allerlei huiselijke bezigheden. Deze ouders bekommeren zich dan weinig om de Leerplichtwet, zij meenen hunne kinderen wel straffeloos te kunnen thuis houden, en worden in dien waan wel eenigszins versterkt, doordat zij, mede tengevolge der langdurige procedure, in hunne omgeving weinig van veroor- deelingen hooren. Over deze verzuimen werden het rapport van het Hoofd der school en de verklaringen der ouders eenvoudig aan den Schoolopziener medegedeeld. Eindelijk speelt het spijbelen een niet onbelangrijke rol in de verzuimen. Daarvan draagt de vader soms in het geheel geen kennis, terwijl de moeder onverschillig is of ook wel onmachtig over hare kinderen gezag te doen geldenmet een enkelen deugniet kwam het voor, dat er niets mede te beginnen was, zoodat de ouders hun verlangen kenbaar maak ten om hun kind in een opvoedingsgesticht geplaatst te zien, daar zij voor het uitblijven van verdere verzuimen onmogelijk konden instaan. De Commissie verwijst overigens naar wat reeds in vorige verslagen over de hierboven genoemde oorzaken is mede gedeeld. Ook dit jaar mochten de leden aangenaam samenwerken, en was het bezoek der vergaderingen over het algemeen bevredigend.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 644