22 i I De Commissie hield in het afgeloopen jaar 19 vergaderingen. In de vergadering van 26 April 1906 werden de aftredende Voorzitter en Secretaris benoemd. Op zijn verzoek, wegens vertrek naar elders, werd bij Raadsbesluit van 10 September 1906 aan den heer H. W. Venker eervol ontslag als lid der Commissie verleend, terwijl bij Raadsbesluit van 8 October d.a.v. als zoodanig benoemd werd de heer L. M. Moolenaar. De Commissie herdenkt zeer gaarne de aangename wijze, waarop zij steeds met den heer Venker mocht samen werken aan de haar toevertrouwde taak. Van heeren Schoolopzieners werden 39 kennisgevingen ontvangen, tengevolge waarvan 88 personen werden opge roepen, om voor de Commissie te verschijnen. (In de jaren 1902, 1903. 1904 en 1905 bedroeg dat aantal resp. 24, 35, 35 en 44). Eén oproeping bereikte den belanghebbende niet, daar deze zonder achterlating van adres de stad had verlaten. In 24 gevallen werd aan de oproeping geen gehoor gege ven, welk cijfer iets minder ongunstig is dan in het jaar 1905. Van gunstiger toch kan geen sprake zijn, daar het niet voldoen aan de oproeping om persoonlijk ter vergadering te verschijnen, aantoont, welke geringe waarde gehecht wordt aan het plegen van overleg met de Commissie. In 11 gevallen verscheen de vader of de moeder-voogdes. 3 moeder inplaats van den vader. In 1 geval verscheen het kind, dat de oproeping gold. Alle de gedane oproepingen betroffen relatief schoolverzuim. Van absoluut schoolverzuim ontving de Commissie geen kennis. VERSLAG van de werkzaamheden der Commissie tot wering van schoolverzuim in de 6e Afdeeling, over het jaar 1906.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 646