22
Aan den Raad der Gemeente ’s-Gravenhage.
JAARVERSLAG ran de Commissie tot wering
ran schoolverzuim in de 7e Afdeeling over haar
werkzaamheden in 1906.
In het jaar 1906 hield deze Commissie. 23 vergaderingen,
hoofdzakelijk gewijd aan de behandeling van de door den
Arrondissementsschoolopziener medegedeelde gevallen van
schoolverzuim.
Het aantal van deze bedroeg ditmaal 252.
Aan alle betrokken ouders werd een oproeping gezonden
om voor de Commissie te verschijnen. In 115 gevallen werd
hieraan gehoor gegeven.
Uit de besprekingen, die de Commissie hield met de ver
schenen ouders, bleek, dat het schoolverzuim waste wijten in:
6 gevallen
7
8
8
15
13
52
aan armoede
onverschilligheid der ouders;
slechte opvoeding der kinderen;
spijbelen
hulp verleenen in de huishouding;
ziekte
naar zee gaan
onhandelbaarheid van het kind.
Het aantal gevallen, waarin wetsovertreding werd gepleegd
door het te vroeg naar zee zenden der jongens, was dus
weer zeer groot. De Commissie vreest, dat dit euvel steeds zal
blijven bestaan, als er geen wetswijziging plaats heeft. Tel
kens kwamen de eischen der visscherij, het hoofdbedrijf in
deze afdeeling, in botsing met de Leerplichtwet en het be
drijf kan zich naar deze niet schikken. De Commissie betreurt
dit zeer, daar gedwongen wetsovertreding niet anders dan
zeer ongunstig kan werken op de moraliteit der bevolking.
Opzettelijk wordt Uw aandacht er op gevestigd, dat verreweg
het meerendeel van de verzuimen voor het visschersbedrljf
niet op rekening mogen geschreven worden van winstbejag
der ouders of afkeurenswaardige kinderexploitatie.
11
11