I
23
10
De cursus 1906—1907 opende met 114 leerlingen, die over
4 eerste en 3 tweede klassen verdeeld waren.
1. a.
1. b.
1. c.
1. d.
2. a.
2. b.
2. c.
6
|1
Vijftig dezer leerlingen namen voor het eerst op eene
Hoogere Burgerschool plaats; een was overgenomen van de
school aan het Bleijenburg (BI), een-en-zestig van die aan
de Stadhouderslaan (B II), een van die in de Raamstraat (A.)
en eene van die aan de Laan (C.).
In de maand September werden nog vijf leerlingen toe
gelaten, van welke twee zonder examen; in de maand
November werd nog eene leerling zonder examen toegelaten.
Den laatsten schooldag van het verslagjaar bestond de
bevolking dientengevolge uit 120 leerlingen; 48 jongens en
24 meisjes in de eerste klasse, 35 jongens en 13 meisjes in
de tweede klasse.
2. Onderwijzend personeel.
Bij de opening van den Cursus in September begonnen
de volgende leeraren hunne lessen;
Dr. A. L. Zaalberg, in Wiskunde.
F. Visser, in Wiskunde.
G. J. de Groot, in Plant- en Dierkunde.
J. Fillekes, in Aardrijkskunde en Geschiedenis.
H. Korst, in Geschiedenis, Aardrijkskunde en Nederlandsch.
Dr. W. van Schothorst, in Nederlandsch.
A. Haringx, in Fransch.
G. W. Spitzen, in Duitsch.
P. J. Groenevelt, in Handteekenen.
Die der eerste klasse waren in vier afdeelingen ingedeeld,
t. w.:
Van de 120 leerlingen zijn 5, 4 jongens en 1 meisje, vrij
gesteld van de betaling van schoolgeld.
Onderwijs in gymnastiek werd niet gegeven wegens het
ontbreken in het hulpgebouw van een daartoe geschikt vertrek.
12 jongens en 6 meisjes.
13 6
12 6
11 „6
die der tweede klasse in drie afdeelingen, t. w.
11
8
10
VERSLAG OMTRENT HET MIDDELB. ONDERWIJS.
H V v 51
7
n n 5>
n n n