26
2
I
De uitdeelingen in geld en brood hadden wekelyks plaats.
Bij de eerste uitdeeling werden ondersteund 580 gezinnen,
bestaande uit 1460 personen, met ƒ662,95 en 654 brooden,
waarvan in de eerste 8 onderstandswijken 468 gezinnen met
1240 personen, rot een bedrag van ƒ526,70 en 485 brooden
in de 9® onderstandswijk (Scheveningen) 117 gezinnen met
220 personen tot een bedrag van ƒ136,25 en 169 brooden.
Eene vergelijking met de eerste uitdeeling in 1905 toont
aan, dat die in 1906 7 gezinnen of 27 personen meer bedi aagt,
met eene hoogere uitgave van 25,55 en 28 brooden.
Hoewel deze verhooging van uitgaven oogenschijnlyk niet
groot is, had zy, ais wekelijks terugkeerend, een belang
rijken invloed op de uitgaven.
Ook was het Roomsch-Katholiek Parociaal-Armbestuur
dit jaar weer genoodzaakt vele gezinnen, wegens den on-
gunstigen flnantiëelen toestand zijner diaconale kas, af te
wijzen, waardoor het Burgerlijk Armbestuur zich genood
zaakt zag in vele gevallen hulp te verleenen.
Gedurende het 1« kwartaal van het jaar kon de onder
steuning worden ingetrokken van 26 gezinnen met een weke-
lykschen onderstand van ƒ29 en 36 brooden.
Werd in vorige jaren door het Burgerlijk Armbestuur de
onderstand ingetrokken van de gezinnen, wier hoofden in
den duinarbeid der gemeente of in dien van den Christelijken
Volksbond waren geplaatst, dit jaar geschiedde het niet voor
alle gezinnen en werd er gelet op de omstandigheden dier
gezinnen. Hiermede waren vele gezinnen gebaat en had
deze wijziging geen byzonder grooten invloed op de uitgaven,
hoofdzakelijk omdat de verstrekte arbeid van korten duur
was (soms enkele weken).
De tijdelijk verstrekte onderstand gedurende den winter kon
bij het einde van dit seizoen worden ingetrokken van 48 gezin
nen meteen wekelijkschen onderstand van ƒ49,80en 67 brooden.
Hierdoor en met inbegrip der sedert 1 Januari plaats gehad
hebbende mutatiën gaf de lyst der bedeelden in de eerste
week van April een cyfer aan van 569 gezinnen, bestaande
uit 1356 personen, bedeeld met ƒ655,65 en 607 brooden.
In den loop van het jaar werden nog in onderstand gebracht
352 gezinnen, naar de kerkgenootschappen verdeeld, 182 Ned.
Hervormden, 167 Roomsch-Katholieken en 3 Evangelisch-
Luterschen.
Voor de wekelijksche uitdeelingen was in geld noodig
ƒ36.056,65, tegen ƒ31.662,35 in 1905. Deze belangryke ver
hooging is mede een gevolg van den stilstand in de bouw
bedrijven en aanverwante vakken.
VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR.
Bedeelden.
I.
8