26 8 IV. Geneeskundige Dienst. van De geneeskundige dienst, geregeld bij verordening n°. 8 1906, wordt in de eerste 8 onderstandswyken waar genomen door 8 artsen, 1 verloskundige en 8 vroedvrouwen, terwijl in de 9® onderstandswijk die dienst werd waargeno- Uit het Weeshuis der N. H. Diaconie werden ontslagen 9 kinderen en wel 5 wegens volbrachten leeftyd (20 jaar), 3 meisjes aan de resp. moeders bij hertrouwen teruggegeven, 1 meisje door den gehuwden broeder in huis genomen Uit het weeshuis te Scheveningen vertok 1 meisje, dat in eigen levensonderhoud kon voorzien, 1 man te Wagenborgen verpleegd, onttrok zich aan zijne verzorging, 1 vrouw verpleegd in de inrichting voor aan vallende ziekte lijdenden te Haarlem, vertrok naar hare familie, 1' meisje te Groningen in het Doorgangshuis verpleegd, keerde terug naar hare te ’s-Gravenhage wonende zuster, waardoor de verzorgingskosten te haren behoeve konden ophouden, 1 vrouw verpleegd in de inrichting voor ongeneeslijken „Eudokia”, te Rotterdam overleed, 1 meisje verpleegd in de Cristina-Stichting, nam de vader tot zich terug, 1 jongentje moest deze inrichting verlaten, omdat zjjn verpleging in de Sophia-Stichting dringend noodig was, 1 meisje kon deze stichting verlaten, omdat zij dienstbaar was gesteld, terwijl 3 kinderen, voor wier verzorging door het Burgerlijk Armbestuur een bijdrage werd betaald, konden terugkeeren naar den vader, toen deze hertrouwde, 1 jongen te Hoenderloo verpleegd, kon in eigen onderhoud voorzien, 6 kinderen keerden naar de familie terug, die zich met de verdere verzorging belastte. Volgens vorenstaande tabel werden 8 kinderen uit het R.-K. Weeshuis ontslagen, terwijl in werkelijkheid slechts één geplaatst werd in een inrichting buiten de gemeente, en de 7 anderen door het bereiken van den daarvoor gestelden leeftijd gebracht werden in de rubriek „vrouwen” als „opgenomen in verzorging” De uitgaven voor de verzorging bedroegen in het geheel ƒ27.015,78 tegen ƒ29175,325 in 1905. Deze post onderging een vermindering van ƒ2000,wat hieraan is toe te schrijven, dat in het dienstjaar 1905 nagenoeg gelijk bedrag benoodigd is geweest voor de inrichting van het Doorgangs huis, welke uitgaven dit jaar niet terugkeerden. VERSLAG BURGERl.IJK ARMBESTUUR.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 722