26
9
men door 2 artsen, waarvan één met den verloskundigen
dienst belast, benevens twee vroedvrouwen.
Door de uitbreiding, welke de gemeente in de laatste jaren
ondergiqg, strekte de dienst der gemeenteartsen in de eerste
8 onderstandswijken zich over te groote uitgestrektheid uit
en was bovendien niet behoorlijk geregeld. Dit gaf ons Bestuur
aanleiding de wijkverdeeling aan eene herziening te onder
werpen, en werd het ontwerp aan het College van Gemeente
artsen ter inzage en beoordeeling toegezonden. Bij deze
nieuwe ontwerp-wijkverdeeling was het tevens wenschelijk
voorgekomen, het aantal onderstandswijken en dus dat der
Gemeente-artsen en Gemeen te-vroedvrouwen ieder met één
uit te breiden. Ons Bestuur mocht van het College van
Gemeente-artsen bericht ontvangen, dat de voorstelde
wijzigingen hun gewenscht voorkwamen. Hierop richtte het
Burgerlijk Armbestuur zich bij schrijven van 12 October 1906
tot den Gemeenteraad met het voorstel om de verordening
n°. 8 van 1896 te wijzigen, en wel in dien geest, dat het aan
tal der Gemeente-artsen en der Gemeente-vroedvrouwen wordt
uitgebreid ieder met één.
De Gemeenteraad hechtte zijne goedkeuring aan dit voorstel
in zijn zitting van 18 December 1906.
Oproeping van sollicitanten voor deze betrekkingen had
plaats en het Burgerlijk Armbestuur hoopt, dat met 1 April
1907 de diensi geregeld zal zijn.
Ook kwam van het College van Gemeente-artsen het ver
zoek in om zijnen leden toe te staan, in den vervolge bij hunne
voorschriften ten behoeve van armlastige zieken niet meer
uitsluitend met de lijst van Genees- en verbandmiddelen,’
bedoeld in art. 12 der verordening van 24 November 1906
(n°. 8>, rekening te houden, maar hen vrij te laten voortaan
die genees- en verbandmiddelen voor te schrijven, welke hen
het meest wenschelijk voorkomen, evenals dit reeds bij den
dienst in het Gemeente-Ziekenhuis geoorloofd was, onder
uitsluiting dier geneesmiddelen, uitsluitend als voedings
middelen dienst doende.
Alvorens voorstellen aan den Raad in te dienen, stelde
het Burgerlek Armbestuur dit schrijven in handen van het
College van Inspectores der Gemeente-Apotheek met verzoek
wel .te willen dienen van advies.
Naar aanleiding hiervan berichtten Inspectores der Gemeente
Apotheek, dat er in beginsel alles voor te zeggen is, dat de
gemeenteartsen volkomen vrjj zjjn in de keuze der genees
middelen, waarmede zij hunne zieken wenschen te behandelen.
Ook wordt reeds bij de meeste ziekenfondsen den artsen
een dergelijke vrjjheid gelaten.
Inspectores vermeenden, dat medicinale wateren, wynen,
VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR
i