28 4 herbouw van het overige, afbraak en herbouw volgens het bestaande (doch vergroote) type der woningen; ein delijk: afbraak en kazernebouw op het geheele terrein. Het is wel niet noodig in dit verslag na te gaan wat over deze verschillende mogelijkheden in den boezem van het Bestuur is verhandeld, te minder daar in het ver streken jaar te dien aanzien nog geen beslissing door het Bestuur is genomen; alvorens daartoe over te gaan, werd n 1. wenschelijk geoordeeld de draagwijdte der onderscheidene geopperde denkbeelden te onderzoeken door het vooraf opmaken van kostenberekeningen voor de verschillende pro jecten. Er zal dus allicht in een volgend verslag aanleiding zijn op deze zaak terug te komen. Echter heeft deze zaak de aandacht gevestigd op een meer algemeen verschijnsel, waarmede ook in komende jaren ons Bestuur en onze Vereeniging wel rekening zal hebben te houden. Onze Vereeniging bestaat, gelijk bekend is, meer dan vijftig jaar; niet al onze woningen zijn natuurlijk zoo oud; haar bouw dagteekend uit achtereenvolgende tijdperken. Maar het is wel onloochenbaar, dat gaandeweg steeds hooger eisehen gesteld zijn en nog gesteld worden aan een goede arbeiderswoning; met name in de laatste jaren zijn door de werking der woning- en der gezondheidswet normen gesteld, waaraan vroeger niet werd gedacht. Terwijl onze Vereeniging te allen tijde goede arbeiderswoningen heeft willen bouwen, is de beteekenis van dit begrip zelf in den loop der jaren dus gewijzigd en zoo is het mogelijk dat huizen, die toen zij gebouwd werden en ook jaren daarna nog konden gelden als volkomen beantwoordend zelfs aan destijds vry hooge eisehen, thans niet meer als zoodanig gelden kunnen. Dit verschijnsel verdient onzerzijds ernstige overweging: ieder gevoelt dat een Vereeniging als de onze, opgericht en werkend „tot verbetering der woningen' van de arbeidende klasse”, niet verantwoord zou zyn wanneer zij woningen bleef ver huren, welke vroeger naar de toen heerschende maatstaf goed mochten heeten, doch dit thans niet meer genoemd kunnen worden; wij zijn tegen gegronde aanmerkingen niet gevrij waard door de verzekering, dat dit toch vroeger, tijdens den bouw, zeer goede woningen waren. Aan den anderen kant zou het voor onze Vereeniging zeer bezwaarlijk kunnen zijn, wanneer zij over een betrekkelijk kort tijdsverloop voor de verplichting gesteld werd al haar woningen op de hoogte der thans geldende eisehen te brengen. Dit vraagstuk, dat met de jaren van dringender beteekenis wordt, zal niet het minst door de daaraan verbonden financiëele zyde zeker nog vaak het Bestuur bezig houden. Aldus bezien is de vraag, die ten aanzien der bovengenoemde woningen aan de v. VERSL. V. H. BEST. D. VER. T. V. D. WONINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 736