Bijlage 32 III. V.
21430
15804
f 1.799.704.70
OPGAVEN omtrent de spaarbank te ’s-Gravenhage gesticht
door het Departement ’s-Gravenhage der Maatschappij
.Tot Nut van het Algemeen”, over het boekjaar 1906.
10
100
- 1000
512
6402
10317
3910
289
110.934,02
f 6.081.166,30
Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hier
onder ook op te nemen de aan de inleggers
uitbetaalde rente)- 2.073.516,73
Tegoed der inleggers aan het einde van het
boekjaarf 4.007.649,57
Bedrag van het reservefonds aan het einde
van het boekjaar327.369,70
Overige crediteuren aan het einde van het
boekjaar
Geheel bedrag der waarden van de bank aan
het einde van het boekjaar f 4.336.279,47
1 tot beneden f
10
100
1000 en hooger
Totaal van het aantal inlagen in het boekjaar
gedaan
Aantal uitbetalingen aan inleggers in het boek
jaar gedaan
Tegoed der inleggers aan het begin van het
boekjaarf 4.170.527,58
Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar
(Hieronder niet op te nemen de rente die
bij het te goed is gevoegd).
Rente aan de inleggers toegekend a 2/34 °/o en
2% (onverschillig of die rente is uitbetaald,
dan wel bij het te goed is gevoegd).
Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden
één gulden
Aantal inlagen van f
1.260,20
n
n
n
n
n