I I groote vloot stoomtrawlers, die oude en nieuwe vischgronden bevisschen. Engelsche en Duitsche stoomtrawlers begeven zich zelfs naar Ijsland. Vaartsnelheid en doelmatige inrichting voor ijsverpakking maken aanbrengst in verschen toestand mogelijk, de waarde dezer visch is dan meestal te hoog om ze voor droogvisch te gebruiken. Bovendien zijn de Engelschen tegenwoordig voldoende op de hoogte om zelf hun visch te drogen. Deze tak van nijverheid wordt ook te IJmuiden uitgeoefend. Een en ander, vooral gebrek aan groote schol, vroeger op Doggers- bank en bij Vlieland gevangen, doet onze drogerijen kwijnen. De inkoopsprijzen voor visch tot drogen bestemd, zijn boven dien gewoonlijk te IJmuiden lager dan hier, zoodat con currentie gemakkelijk is. Voor de fijnere vischsoorten, tarbot, tong enz. bestaat in den regel geen prijsverschil. Van IJmuiden wordt dagelijks visch naar hier gezonden, van 200 tot 500 manden, die door handelaren in het groot, hier aan de kleinere worden verkocht, welke ze te ’s-Graven- hage en omstreken weer aan den man brengenzij is ge woonlijk versch en goed in ijs verpakt, zoodat ook daaronder weinig droogvisch voorkomt. Voor de verschevisch venters voorziet het in een groote behoefte, velen verdienen er het dagelijksch brood mede voor hunne gezinnen. De makreelvisscherij werd niet meer uitgeoefend. In het laatst van Mei en begin Juni werd de haringteelt aange vangen op 61 en enkele minuten N.-B ter hoogte van Balta sound; de haring daar en voor Shetland gevangen was weder vrij kloek en kwam die van 1903 nabijde grootte loopt evenwel dikwijls uiteen, daar de afstand der vischgronden voor de Shetlandsche eilanden nog al groot is en het gevangen product meer of minder groot is in verband met de vang- plaats. Maatjes werden in verhouding tot de totale vangst vrij normaal gevangen. Over de prijzen viel niet te klagen voor alle soorten. De visscherij in November nabij den Engelschen wal of z.g. halverzee gaf, zooals bijna regel is, een kleine soort haring, die evenwel wat kloeker wordt, naarmate men meer het einde der maand nadert; deze soort bereikt evenwel niet de grootte van de haring in open zee bij Doggersbank en nbordelijker gevangen. Op 2 Mei zeilden 2 loggers van den heer A. Pronk uit ter kol- en haringvisscherij. Zij werden uitgerust met voltallig vischtuig voor de haringvangst en bovendien met een vijftig tal netten met nauwe mazen om aas te vangen voor de kolvisscherijkabeljauwen vangst ter bereiding tot zoutevisch. Op 17 en 25 Mei vertrokken twee loggers van den heer G. van Leeuwen en twee van de firma Jb, den Duik Zn. r- VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. 35

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 780