35 VII. tot den Gemeenteraad van ’s-Gravenhage in verband met de door de vereeniging „de Ambachtsschool te’s-Graven hage” aangevraagde verhooging van subsidie met het vol gende adres: Aan den Gemeenteraad van 's-Gravenhage. Geeft eerbiedig te kennen: de Kamer van Koophandel en Fabrieken te ’s-Gravenhage, dat zij met belangstelling heeft kennis genomen van het adres, d.d. 13 April 1906 door het bestuur der Vereeniging „De Ambachtsschool te ’s-Gravenhage” tot Uwen Raad gericht, waarin wordt verzocht door het afstaan in erfpacht van eenigen grond, het verstrekken van een rentedragend voor schot van f220.000 en een verhooging van het jaarltjksch gemeentesubsidie met f21.000 de voorgenomen reorganisatie der Ambachtsschool mogelijk te maken dat de adressante zich de vraag heeft gesteld, of, waar zulke belangrijke offers worden gevraagd van de gemeente, het niet de voorkeur zou verdienen, dat de gemeente zelf ook dezen tak van onderwijs tot zich trok, waartoe te gereeder aanleiding zoo bestaan, daar een gestadige uitbreiding van het aantal jongelieden, wier ouders dit onderwijs voor hun kinderen verlangen is te voorzien; dat adressante, welke voordeelen rechtstreeksch beheer der gemeente wellicht mede moge brengen, de gestelde vraag ontkennend beantwoordt, omdat weigering van het gevraagde subsidie ten gevolge zou hebben eerstens, dat de Ambachtsschool zou blijven in den toestand, waarin zij verkeert en die door het bestuur zelf onvoldoende en niet overeenkomstig de tegenwoordig gestelde eischen wordt genoemd, en bovendien een spoedige voorziening in de behoefte aan meerdere plaatsen voor aspirant-leerlingen zou uitblijven, daar de gemeente niet op de stichting eener ambachtsschool is voorbereid; dat bovendien onzeker is, in hoeverre de gemeente zou kunnen rekenen op denzelfden steun van Rijk en Provincie, als aan de vereeniging, die thans de ambachtsschool beheert, wordt verleend; dat, waar adressante .dus van oordeel is, dat het in het belang van het ambachtsonderwijs hier ter stede zal zijn, de gevraagde subsidieverhooging enz. toe te staan, zij tevens meent, dat het wellicht spoedig kan blijken, dat de school der gesubsidieerde vereeniging, ook na de voorgenomen uitbreiding, niet aan alle verzoeken tot plaatsing van leer lingen kan voldoen, en tot stichting eener tweede ambachts school zal moeten worden overgegaan; 41 VERSLAG DER KAMER V. KOOPHANDEL EN FABRIEKEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 812