i
Ji
II
Il-
By lage 37
VERSLAG omtrent de Brandweer der Gemeente
's-Gravenhage over het jaar 1906.
I
Van 1 Januari tot en met 31 December hadden plaats:
73 schoorsteenbranden,
179 kleine binnenbranden,
15 zware binnenbranden,
11 uitslaande branden,
45 buitengewone branden,
te zamen 323 branden; bovendien waren er nog 55 brand-
geruchten, terwijl 183 maal uit baldadigheid, door middel van
brandschellen, noodeloos werd gealarmeerd. De brandweer
werd dus dit jaar in het geheel 561 maai opgeroepen.
Bij de 323 branden is 28 maal gebruik gemaakt van de
in de publieke straat gelegen brandkranen, 1 maal werd een
begin van brand met één der in het gebouw aanwezige
binnenbrandkranen bedwongen en 3 maal werd gebruik ge
maakt van eene handspuit, waarvan 2 maal bij hooiberg-
branden, zoodat dus 90 pCt. der branden met geringe hulp
middelen zijn gebluscht.
Uit staat G blijkt, dat 21 branden ontstaan zijn tengevolge
van het gebruik van petroleum, d. i. de schoorsteenbranden
en buitengewone branden (straatbranden enz.) niet medege-
rekend, ±10 pCt. van het geheele aantal branden.
Telt men bij de berekening van dat percentage de 28 branden
ischoorsteenbranden en buitengewone branden weder uitge
zonderd) niet mede, waarvan de oorzaak onbekend is gebleven
en .waarvan vermoedelijk ook meerdere aan het gebruik van
petroleum te wijten zijn, dan stijgt het tot 12.
Tweemaal werd gedurende dit jaar de brandweer opgeroepen
voor een brand in één der Rijksgebouw’en n.l. voor een
schoorsteenbrand in het Departement van Justitie en voor
een kleinen binnenbrand in de Frederik’s kazerne.
Bijzondere zware branden hadden dit jaar niet plaats; op
eén enkele uitzondering na mocht de brandweer er in slagen
den brand te beperken tot dat perceelsgedeelte, hetwelk by
aankomst reeds aangetast bleek te zijn.
i
f
3