39
4
HOOFDSTUK II.
Algemeens Beschouwingen.
Nu de Commissie gedurende een viertal jaren ervaring
heeft opgedaan met de tot nu toe gevolgde wijze van werken,
acht zij den tijd gekomen zich rekenschap te geven omtrent
de vraag of zij voor het vervolg niet beter zal doen zich
uitsluitend te bepalen tot hetgeen geacht mag worden te
vallen binnen hare werkzaamheid als adviseerend en contro-
leerend lichaam.
Gelyk uit dit en de vorige jaarverslagen blijkt, heeft zij
zich, daarin bijgestaan door een aan haar toegevoegden
adjunct-inspecteur van het Gemeentelijk Bouw- en Woning
toezicht, naar de mate harer krachten ijverig bezig gehouden
met de zelfstandige behandeling van de jaarlijks bij haar
inkomende en steeds in aantal toenemende klachten betref
fende de Volkshuisvesting, en dat wel in dien zin, dat, waar
naar aanleiding van die klachten, haar de noodzakelijkheid
bleek van het aanbrengen van de meest verschillende ver
beteringen van woningen en toestanden, zij door minnelijk
overleg met de eigenaars der betrokken perceelen trachtte
te komen tot het doen aanbrengen dier verbeteringen, zulks
onder aanwijzing en toezicht van den bovenbedoelden tech-
nischen beambte.
Het mag niet worden ontkend, dat er op deze wijze door
dit minnelijk overleg hier en daar wel eenige verbetering
op woninggebied in Den Haag is tot stand gekomenen het
succes, met dat minnelijk overleg te verkrijgen, kan alleen
hem verwonderen, die niet bekend is met de omstandigheid,
dat achter de daartoe te bezigen overreding steeds aanwezig
is de mogelijkheid om, wat met zachten aandrang gevraagd
wordt, ook door middel van een bevel tot verbetering als
een verplichting te doen opleggen.
Die weg van minnelijk overleg tot het verkrijgen van
verbeteringen is dus als het ware vanzelf aangewezenmen
vermijdt zoodoende veel noodeloozen omslag, terwijl men den
betrokken eigenaren bovendien nog het onaangename van
officieele aanschrijvingen bespaart.
Een andere vraag echter is het of, daargelaten haar uit
sluitend adviseerend en controleerend karakter, de Gezond
heidscommissie in een groote stad, al wordt zij dan voor
dit werk bijgestaan door een of meer technische beambten,
het aangewezen lichaam is voor het behoorlijk en krachtig
doorvoeren van hetgeen er ten opzichte van verbetering van
woningen in zulk een stad te doen valt.
Op deze vraag moet, naar het oordeel der Commissie, het
antwoord beslist ontkennend luiden.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.