39 8 ter sprake kwam het gemis van een behoorlijk ingerichten ontsmettings dienst. Door den medischen Inspecteur van de Volksgezondheid nu werd er bij die gelegenheid op aangedrongen, dat de Commissie in afwachting van een gemeentelijken Gezond heidsdienst zelfstandig bronnen van besmetting zou trachten op te sporen, ten einde aan den Burgemeester de noodige maatregelen te kunnen aanwijzen ter voorkoming van ver breiding der besmetting. Gelijk uit dit en het vorige jaarverslag der Commissie kan blyken, is de Commissie in enkele gevallen, waar zij meende een bron van typhus-besmetting te kunnen aanwijzen, zoo veel mogelyk ook handelend opgetreden. Daarbij zijn echter duidelijk de bezwaren van een dergelijke wijze van handelen aan het licht getreden, zoodat ook voor dit soort van werk eene Gezondheidscommissie in eene groote stad naar ons oordeel niet het geschikte lichaam mag worden genoemd. Wel is waar, overwegen de Gezondheidscommissiën (naar luid van art. 27c Gezondheidswet) alle klachten, ter zake van benadeeling der volksgezondheid tot haar gekomen en ves tigen zij de aandacht o.a. van het bestuur der gemeente, waarvoor zij zijn ingesteld op maatregelen, die naar haar oordeel van overheidswege zijn te nemen in het belang der volksgezondheid, maar daarmede is naar het oordeel der Commissie geenszins gezegd, dat het haar taak zou zijn aan het Gemeentebestuur het werk uit de hand te nemen in dien zin, dat zij voor elk bijzonder geval van besmettelijke ziekte steeds de noodige maatregelen zou moeten aangeven. Wat natuurlijk weer niet uitsluit, dat klachten over onvol doende behartiging door de overheid van de belangen der volksgezondheid in dit opzicht aanleiding kunnen geven tot uitgebreide onderzoekingen van hare zijde, maar dan tot controle van hetgeen van overheidswege pleegt te worden gedaan en tevens met de bedoeling om, tegelijk met het in het licht stellen van het gebrekkige van de getroffen maat regelen, de aandacht te vestigen op hetgeen naar haar oor deel in zulk een geval of in een reeks van dergelijke gevallen beslist noodzakelijk moet geacht worden. Onze conclusie uit het vorenstaande is dus, dat het in hooge mate gewenscht is, datonze Commissie tengevolge van eene krachtige werkzaamheid van bet Gemeentebestuur, (waarop wij zeker niet te vergeefs hopen,) zoowel op het gebied van het verbeteren van bestaande woningen, als op dat van ontsmettings- resp. gezondheidsdienst, spoedig in staat gesteld worde uitsluitend adviseerend en controleerend te werk te gaan. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 884