89 I ten om de heeren Vas Dias, lid van den Gemeenteraad, en Mr. W. Thorbecke, uit te noodigen om de Gemeente als gemachtigden van den Raad te vertegenwoordigen in de op 29 Januari te houden openbare vergadering van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, waarin be handeld werd het verzoek van den heer C. v. d. Dool te Voorburg, tot afvoering van de Loolaan van de liggers der wegen en voetpaden van de Gemeenten Voorburg en Wassenaar. (Zie Gemeenteverslag over 1905 blz. 99). Door Gedeputeerde Staten werd bij missive van 19/26 Februari 1906, aan Burgemeester en Wethouders kennis gegeven van hunne afwijzende beschikking op dit verzoek. Het tegen deze beschikking door den heer Van den Dool ingestelde beroep, kwam den lOen October in den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, in behandeling. In de Raadsvergadering van 5 Februari werd besloten tot de doortrekking van de Kortenaerkade en van de Bazarlaan en tot het aanvragen van de daartoe noodige onteigening, en, in verband daarmede, tot verbreeding en verlaging van de brug tusschen de Zeestraat en het Noordeinde. Tot afkoop van alle bestaande erfdienstbaarheden, rustende op den Gemeentegrond aan de Kortenaerkade, en tot aankoop van den voor de doortrekking der Bazar laan benoodigden grond, te zamen voor f 32.000, werd in de Raadsvergadering van 5 Maart besloten. Het adres aan H.M. de Koningin, tot het verkrijgen van de vergunning tot onteigening der perceelen be- noodigd voor de doortrekking van Kortenaerkade, werd in de Raadsvergadering van 19 Maart vastgesteld. Het betreffende wetsontwerp bereikte in October de 2e Kamer der Staten-Generaal. Naar aanleiding van een desbetreffend schrijven van Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland werd in de Raadsvergadering van 5 Februari besloten aan dat Coljege te berichten, dat de Raad geen bezwaren heeft tegen het door Jhr. F. C. V. Dommer van Polders- veldt te Princenhage, als gemachtigde van de betrokken eigenaressen, gevraagde afneming van den ligger der wegende voetpaden van eenige duinslagen, gelegen ten Oosten van de Begraafplaats Oud Eik en Duinen, mits

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 89