39 25 gebouwd worden, terwyl de afstand tusschen stallen en slachthallen grooter behoort te zijn. d. De grootte der hoofdgebouwen komt ons in het alge meen zeer voldoende voor: althans voor de behoefte van de naaste toekomst, zulks echter met dien verstande, dat de slachthal voor runderen 12 M. meer lengte dient te krijgen. (Zie „Nota”.) Aangezien er ook nog het noodige terrein voor latere uit breiding is gereserveerd, zal naar ons oordeel niet spoedig de geheele inrichting te klein blijken, ook al neemt men aan, dat in elk der volgende jaren de bevolking van den Haag met heel wat meer dan 5000 zielen zal toenemen, e. de riooleering. .Gedacht is, zegt de Nota, de riooleering te maken met de „noodige vetvangen en stankafsluiters, doch overigens den „afvoer van het slachthuis geheel naar het gemeenteriool af „te voeren, waarbij het dan wel gewenscht zal zijn een in- „richting te treffen om boezemwater periodiek te kunnen „inlaten ter verdunning en doorspoeling van het water van „het bedrijf voortkomende”. In deze enkele woorden is de geheele kwestie der rioolee ring in de „Nota” afgedaan. Nu kon de Commissie zich in beginsel wel vereenigen met het stelsel van afvoer naar het gemeenteriool zonder vooraf gaande biologische reiniging. Biologische reiniging toch is vooral daar de aangewezen methode, waar de afvoer van het bedrijfswater moet plaats hebben in rivieren of andere openbare wateren, waarvan men de verontreiniging heeft te voorkomen. Daar echter Den Haag in het bezit is van een riooleering, die in het laatste gedeelte van het ververschingskanaal loost, komt het onnoodig voor om te zorgen dat het bedrijfswater van het abattoir, alvorens in die riooleering te komen, gezuiverd is op de‘ wijze, zooals zulks geschiedt bij biologische reiniging. Men heeft er, met andere woorden, alleen voor te zorgen, dat, nu de eigenlijke slachtersbedrijven op één plaats in de gemeente geconcentreerd zullen worden, door die concentratie geen nadeelen voor het functioneeren van het tegenwoordige riooleeringsstelsel ontstaan. De „Nota” erkent implicite dat er in dat opzicht maatre gelen genomen moeten worden, vooreerst door het maken v;m de noodige vetvangen (vet verteert niet in het riool en stopt zich op tot bonken), maar tevens door het, zoo noodig, inlaten van boezemwater. Het wilde der Commissie echter voorkomen, dat het bepaald noodig is, om hetgeen de vetvangen gepasseerd is, nog een VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. t

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 901