I i 39 I I 26 d. Begraafplaatsen. Hieromtrent hebben wij niets mede te deelen. HOOFDSTUK IV. Volkshuisvesting. Tot haar leedwezen moet de Commissie dit hoofdstuk beginnen met de mededeeling dat er gedurende het verslag jaar van eene verwezenlijking der plannen der Vereeniging „Volkswoningen” niets gekomen is. nadere mechanische reiniging te doen ondergaan, alvorens het in het gemeenteriool te brengen. Laat men die nadere reiniging achterwege, dan gaat nog heel wat mee, wat vooral bij het oppompen van het riool- vuil door het stoomgemaal bezwaar kan opleveren. Wij hebben hier voornamelyk het oog op de drijvende bestanddeelen van het bedrijfswater, als stukken vel, haren, peezen, enz. Wat door de mechanische reiniging niet tegengehouden wordt, kan naar het oordeel der Commissie zonder bezwaar afgevoerd worden naar het gemeenteriool, terwyl afgezien daarvan de inrichting om boezemwater te kunnen inlaten altijd zeer wenschelijk blijft. Tienmaal werd de Commissie door Burgemeester en Wet houders geraadpleegd omtrent verzoeken om dispensatie van de bepalingen der Verordening, regelende de Bouwpolitie, resp. der Bouw- en Woonverordening, die verbieden te bouwen anders dan aan door den Raad goedgekeurde straten (waar onder begrepen is bouw op minder dan 10 M. afstand van de rooilijn). Omtrent een vyftal aanvragen adviseerde de Commissie, behoudens enkele opmerkingen, gunstig. Daarentegen werd inwilliging van het gedaan verzoek ontraden a. in zake den bouw van vjjf pakhuizen achter de rooilijn van de Roggeveenstraat op grond dat de bestaande vrije toetreding van licht en lucht aan de achterijde van de wo ningen in de Roggeveenstraat te zeer zou worden belemmerd; b. in zake den bouw van een pakhuis achter de rooilijn van de Heemraadstraat; c. in zake den bouw van twee pakhuizen en eene werk plaats achter de rooilijn van de Zandvoortstraat, op grond dat de ruimte, die ten slotte onbebouwd over zal blijven, veel te gering is; VERSLAG DÉR GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 902