39 36 In de vergadering van 16 November 1906 werd door den Hoofdinspecteur de vraag aan de orde gesteld, of het niet wenschelijk was, dat door de Commissie volgens een vast schema een stelselmatig onderzoek werd ingesteld naar de hygiënische toestanden in de scholen hier ter stede. De Commissie was overtuigd van het nut, dat een dergelijk stelselmatig onderzoek zou kunnen opleveren en stelde de zaak in hare vergadering van 14 December 1906 in handen van eene Sub-Commissie, ten einde nader op den grondslag van het door die Sub-Commissie uit te brengen rapport eene beslissing te kunnen nemen over de wenschelijkheid, zoowel als over de uitvoerbaarheid van het instellen van zulk een onderzoek. Een beslissing in deze zaak was aan het einde van het jaar nog niet genomen. De Commissie deelde echter aan den Hoofdinspecteur mede, dat haar voor het uitbrengen van een behoorlijk advies in zake bestemming van terreinen voor den bouw van scholen meerdere inlichting onontbeerlijk voorkwam. De grootte, de vorm en de plaatsing der te bouwen school toch zijn, naar het oordeel der Commissie, van overwegenden invloed op de beantwoording der vraag, of de keuze van een bepaald aangewezen terrein al dan niet behoort te worden bekrach tigd. Voor zooveel mogelijk volledige inlichting omtrent deze punten hield de Commissie zich voor het vervolg, dus ten zeerste aanbevolen. De Inspecteur van den Arbeid werd in kennis gesteld met een bij de Commissie ingekomen klacht over een steen- houwerswerkplaats aan de Rottermontstraat, daar de werk plaats thans onder de Veiligheidswet bleek te vallen (er werd gewerkt met 15 man), terwijl gezorgd werd dat de ■werkgever een nieuwe vergunning krachtens de Hinderwet aanvroeg, daar hij zijne inrichting zonder een nieuwe ver gunning aan te vragen bleek te hebben uitgebreid. Op aandrang der Commissie werd ook door den eigenaar van eene kopergieterij aan de Schedeldoekshaven een nieuwe vergunning krachtens de Hinderwet aangevraagd, aangezien de tegenwoordige inrichting niet met de destijds verleende vergunning overeenkwam, terwijl tevens de werkplaats niet geheel bleek te voldoen aan de daaraan te stellen eischen. Naar aanleiding van een door de Commissie uit anderen hoofde ingesteld onderzoek, bleken in eene courantdrukkerij aan de Parkstraat een paar ovens, bestemd tot het smelten b. Fabrieken en werkplaatsen. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 912