39 40 I De Hoofdinspecteur zond der Commissie een exemplaar van de „Raadgevingen” van de Gezondheidscommissie te Utrecht aan kappers en barbiers (waarbij een aantal maat regelen werden aanbevolen ter voorkoming van overbrenging van huid en haarziekten van den eenen klant op den anderen) en gaf aan de Commissie in overweging om in dezen het voorbeeld der Utrechtsche Commissie te volgen. Al dadelijk echter werden deze Utrechtsche voorschrift® Burgemeester en Wethouders zonden der Commissie om advies een door hen ontworpen aanvulling van het Politie- reglement van de Visschershaven te Scheveningen in dien zin, dat schippers van vaartuigen, waarin zich een zieke bevindt of iemand in de laatste veertien dagen gestorven is, voortaan gehouden zullen zijn vóór of bij het binnenvaren der haven kennis daarvan te geven aan den Directeur der haven, terwijl zij verplicht zullen zyn zonder gemeenschap met den wal of met andere vaartuigen te blijven, totdat een onderzoek heeft plaats gehad door een door hen aangewezen deskundige. Instemmende met het denkbeeld om, door middel van eene verordening, uitbreiding te geven aan, de op dit stuk bestaande wettelijke bepalingen, gaf de Commissie aan Burgemeesters en Wethouders in overweging om de voor genomen aanvulling van het bedoelde Politiereglement te doen luiden als volgt: „Onverminderd de bepalingen van het eerste lid van arti- „kei 10 der wet van den 4den December 1872, Staatsblad „No. 134, houdende voorziening tegen besmettelijke ziekten, „zooals die is gewijzigd, laatstelijk door de Gezondheidswet, „zijn schippers van vaartuigen, waarin of waarop zich „een zieke bevindt, of iemand in de laatste veertien dagen „aan eene ziekte geleden heeft of gestorven is, verplicht „a. zulks, zoodra zij in het gezicht van den wal zyn, ken- „baar te maken zoowel des daags als des nachts door een „door Burgemeester en Wethouders nader te bepalen zicht- „baar kenteeken, en dat kenteeken zichtbaar te blijven voeren, „totdat door den hierna onder letter c. bedoelden deskundige „bij schriftelijke kennisgeving aan den schipper, van die ver- „plichting ontheffing zal zijn verleend; „b. daarvan vóór of bij het binnenvaren der haven kennis te geven aan den Directeur; „c. buiten elke gemeenschap met den wal of met andere „vaartuigen te blijven en met hun vaartuig eene door den „Directeur aan te wijzen ligplaats in te nemen en aldaar te „verblijven, totdat door eenen door Burgemeester en Wet houders aangewezen geneeskundige een onderzoek heeft „plaats gehad.” VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE. i n n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 916