91 In overeenstemming met de krachtens Raadsbesluit van 14 November 1904 met de Z. H. E. S. Mij. getroffen regeling, waarbij o.a. is bepaald de aanleg van 2 straten op erfpachtsgrond van die Maatschappij langs haar stationsemplacement, werd een voorstel tot goedkeuring van richting, afmetingen en hoogte dier straten en tot kostelooze overneming van het erfpachtsrecht op den voor den aanleg daarvan benoodigden grond, in de Raadsvergadering van 9 April aangenomen. De Commissie uit Gedeputeerde Staten, bedoeld in Art 10 der Onteigeningswet, heeft op 8 Maart op het Raadshuis zitting gehouden om de bezwaren van belang hebbenden aan te hooren tegen het plan van doortrek king van de straat tusschen Nieuwe Haven en Lamgroen. De stukken, bedoeld bij Art. 12 der Onteigeningswet, werden van den 21en Februari af ter visie gelegd. De wet tot onteigening der betrokken perceelen ver scheen den "en April in de Staatscourant. Bij Koninklijk Besluit van 13 April (St.bl. No. 87), had de eindaanwijzing der te onteigenen perceelen plaats. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om ingevolge het bepaalde bij Art. 17 der Onteigeningswet, pogingen aan te wenden om bij minnelijke schikking den eigendom der benoodigde perceelen te verkrijgen, en tot bepaling van de daarvoor aan te bieden ver goeding aan de betrokken eigenaren, kwam in behan deling in de Raadsvergaderingen van 14 en 23 Juli. In laatstgenoemde vergadering werden Burgemeester en Wethouders uitgenoodigd het voorstel in te trekken en na nader onderzoek van de waarde der perceelen een nieuw voorstel te doen. Het hierop door Burgemeester en Wethouders gedane nieuwe voorstel werd in de Raadsvergadering van 18 December aangenomen. De beoordeeling van de volgende stratenplannen, welke ter goedkeuring bij den Raad of bij Burgemeester en Wethouders zijn ingezonden, werd opgeschort tot na de vaststelling van het Algemeen Uitbreidingsplan lo. een plan voor den aanleg van straten op de terreinen van de Bouwgrond-Maatschappij „Engelenburg”, gelegen tusschen de Loosduinsche Vaart en de Hoef- kade, in de Raadsvergadering van 6 Augustus in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om praeadvies;

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 91