39 47 staan met een vertrek der woning: terecht zeide de Com missie voor de Strafverordeningen: „alcoven zijn toelaatbaar of niet”; bij de tegenwoordige kennis omtrent het tubercu- lose-vraagstuk en den daaruit blijkenden invloed van woning toestanden op de verspreiding dier ziekte, kon naar het oordeel onzer Commissie echter niet genoeg worden her haald: „alcoven zijn niet toelaatbaar”; 6°. dat de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders, om van de bepaling van art. 117 (betreffende afscheiding van slaapplaatsen) vrijstelling te verleenen voor bestaande wonin gen, zou vervallen, zulks wegens de lage eischen, in dat artikel gesteld Verder kon de Commissie zich zeer wel vereenigen met de door de Commissie voor de Strafverordeningen voorge stelde aanvulling van art. 35, luidende: „Van het voorschrift, .vervat in 3 kunnen Burgemeester en Wethouders voor .het gedeelte van de gemeente, gelegen binnen de oude .singelgrachten in bijzondere gevallen vrijstelling verlee- „nen, met dien verstande, dat een hoofdingang, trap of -portaal nimmer zal mogen dienen voor meer dan zes „woningen.” Overigens meende de Commissie zich bij dit haar tweede advies in zake de Bouw- en Woon verordening strikt te moeten houden binnen de perken van de toen wederom in debat gebrachte onderwerpen, zonder daardoor geacht te kunnen worden zich te vereenigen met alle daarbij niet I nader ter sprake gekomen bepalingen dier verordening. De nieuwe Bouw- en Woonverordening trad in werking i op 1 Juli 1906. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verzochten demee- ning der Commissie te mogen vernemen aangaande de door de Nederlandsche Vereeniging voor Gemeentebelangen ge- wenschte wijziging van 2 der Woningwet. Die Vereeniging ''erlangt blijkens haar adres, d.d. 28 October 1905, gericht Hare Majesteit de Koningin, lo. dat de verplichting tot het doen van aangifte krachtens art. 9 der Woningwet zich niet verder uit zal strekken dan tot die gemeenten, waar ^oorschriften zijn vastgesteld omtrent het aantal bewoners 1D verband met de ruimte der vertrekken, 2o. dat het in gemeenten, waar zoodanige voorschriften bestaan, verplichtend Z1J om aan de buitenzijde van elke woning, die slechts door een beperkt getal personen mag worden betrokken, duidelijk lan te geven het getal, volgens de verordening toe te laten bewoners, en 3o. dat aan dë eigenaars of aan de huurders of onder de toepassing van voorgaande bepalingen vallende ■'oningen worde voorgeschreven, zoowel bij het betrekken VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 923