39 48 der woning als bij voorvallende mutatiën in het gezin, aan gifte te doen van het aantal bewoners. De Commissie meende zich bij het uitgebracht advies te moeten onthouden van een oordeel omtrent de resultaten van de toepassing der bedoelde paragraaf in andere gemeenten, en beperkte zich uitsluitend tot beschouwingen omtrent de vraag, in hoever de toepassing van 2 der Woningwet ten opzichte van de gemeente ’s Gravenhage zou kunnen leiden tot deugdelijke kennis van misstanden, veroorzaakt door overbevolking van woningen, terwijl zij daarbij in het midden liet, met welke bedoeling de wetgever de bedoelde paragraaf heeft ontworpen. Bij het advies gaf de Commissie het volgende als hare meening in dezen te kennen: Teneinde in eene eenigszins uitgebreide gemeente het euvel der overbevolking van woningen op systematische wijze te kunnen bestrijden, dient men allereerst te weten, in welke woningen die overbevolking zich voordoet De aangiften der verhuurders, zooals die overeenkomstig de bepalingen der wet bij het Gemeentebestuur van ’s-Gra- venhage inkomen en gerangschikt worden, zijn niet zonder meer geschikt om te beoordeelen of een woning hier ter stede al dan niet overbevolkt is. Voor de toepassing toch van art. 118 der Haagsche Bouw en Woonverordening is noodig eene berekening van den kubieken inhoud der vertrekken van de woning met aftrek der betimmering, benevens eene opgave van het aantal be woners boven en beneden de 12 jaar. Maar al bevatten de aangiften der verhuurders deze opgaven, dan nog zou de juistheid der aangiften moeten worden ge controleerd, terwijl tevens zou moeten worden nagegaan, of alle verhuurders van woningen met drie of minder vertrek ken hunne verplichting ten dezen wel waren nagekomen. Nu is hier te ’s-Gravenhage van eene dergelijke controle vooralsnog geen sprake en voor het oogenblik zijn de naar het kaartenstelsel gerangschikte aangiften der verhuurders noch voor een statistiek der overbevolking van woningen, noch voor de toepassing van art. 118 der Bouw- en Woon verordening van eenig nut. Wat evenwel niet zeggen wil, dat die aangiften in het geheel geen nut zouden kunnen afwerpen. Wil men aan de keurige kaartverzameling ten Haagschen stadhuize iets hebben, dan zal men moeten beginnen met bijv, door de bevolkingsagenten te doen nagaan, of ieder verhuurder, die daarvoor in de termen valt, wel zijne aan gifte doet. Verder kan ten bureele van het bevolkingsregister worden gecontroleerd, of de opgave omtrent het aantal be- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 924