39 49 woners juist is, en aldaar kan ook inlichting verkregen worden omtrent het aantal bewoners boven en beneden de 12 jaar. Eindelijk kunnen de afmetingen der woning, waarom trent slechts enkele verhuurders opgaven verstrekken, omdat zulks niet verplicht is, nu reeds voor een zeer groot deel der kleine woningen blijken uit de ten bureele der Com missie aanwezige registers van het systematisch woning- onderzoek, welk onderzoek door de Commissie wordt voort gezet, totdat zooveel mogelijk alle kleine woningen van den Haag onderzocht zijn. Aldus aangevuld en gecontroleerd kunnen de aangiften van de verhuurders naar het oordeel der Commissie wel degelijk nut hebben. De verhuurders toch zijn na de eerste aangifte verplicht nieuwe aangifte te doen binnen een maand, nadat de woning door een nieuwen huurder is betrokken. De betrekkelijk vaststaande gegevens van het systematisch woningonderzoek omtrent den kubieken inhoud der vertrekken, worden aldus telkens aangevuld met de nieuwste gegevens omtrent het aantal bewoners en het is naar het oordeel der Commissie alleen op deze wijze mogelijk een poging te doen om te geraken tot een eenigszins behoorlijke naleving van art. 118 der Haagsche Bouw- en Woonverordening. Voor de gemeente ’s.Gravenhage dus zouden de aangiften der verhuurders geenszins w’aardeloos behoeven te zijn, maar de toepassing van de Haagsche bepalingen omtrent het aan tal bewoners in verband met de ruimte der vertrekken zou, naar de meening der Commissie, nog vergemakkelijkt kun nen worden door invoering van de verplichting om aan de buitenzijde der woning duidelijk aan te geven het getal volgens de verordening in die woning toe te laten bewoners. Eindelijk zou het, naar de meening der Commissie ge- wenscht zijn om aan de verhuurders of aan de huurders der kleine woningen de verplichting op te leggen om tevens aangifte te doen van voorkomende mutatiën in het gezin, ten einde omtrent de woningen steeds de meest volledige gegevens te hebben tegen den tijd, dat bij algemeenen maatregel van bestuur met betrekking tot kost gangers en daarmede gelijkgestelden eene verplichting tot aangifte wordt opgelegd aan hen, bij wie bedoelde personen inwonen. Bestaat die verplichting tot aangifte van voor komende mutatiën in het gezin niet, dan verkeert men in het onzekere omtrent het aantal bewoners eener woning, waar men kostgangers gaat houden en ontbreekt dus de Maatstaf ter beoordeeling der vraag of die kostgangers in de bedoelde woning toegelaten kunnen worden. Ook de hier bedoelde aangiften zouden door middel van bevolkingsregister etl bevolkingsagenten moeten worden gecontroleerd. VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 925