39 52 I I Nadat de Commissie eerst nog eens het Gemeentebestuur had geadviseerd omtrent de oprichting door de ’s-Graven- haagsche Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose van een klein gebouw, (dat onder meer gelegenheid zou geven aan een klein aantal patiënten, wier toestand verplaatsing onraadzaam maakt, om aldaar den nacht door te brengen) zulks op het in ons vorig jaarverslag bedoelde terrein voor de lighallen dier vereeniging, werd door Burgemeester en Wethouders andermaal het advies der Commissie gevraagd, thans omtrent de keuze van een terrein ten westen van den Waalsdorper weg voor de plaatsing van een lighal c.a. van de genoemde Vereeniging. De Commissie had bij haar laatste advies dus enkel de voor- en nadeelen van dit bepaalde terrein te overwegen, zonder daarbij te treden in beschouwingen over andere ter reinen en hunne mérites. Voor het geval dat de te plaatsen lighal het begin mocht zijn van een sanatorium daar ter plaatse, achtte de Com missie de ligging van het terrein voor de toekomst onge schikt. Bij toenemend verkeer toch op den Waalsdorper weg zou de niet stofvrije ligging van het terrein een overwegend bezwaar kunnen worden, terwijl geheel in het midden ge laten werd de vraag, welke bestemming de tegenovergelegen terreinen in de naaste toekomst zullen verkrijgen. Daarentegen is het terrein, hoezeer het bezwaar van de niet-stofvrije ligging ook thans reeds niet gering te schatten is, voor de eerstvolgende jaren voor plaatsing van lighallen naar de meening der Commissie nog geschikt te achten. In ieder geval heeft het terrein het voordeel van gemakkelijk bereikbaar te zijn. De Commissie trad in dit jaar toe als lid van de Neder landsche Vereeniging voor Volks- en Schoolbaden tegen eene contributie van f 1.— ’sjaars en drong er in aansluiting aan een door de gezondheidscommissie te Brielle gedaan verzoek bij het Nederlandsch Congres voor Openbare Gezondheids- regeling op aan, dat het Congres een meer nauwkeurige omschrijving van den werkkring der Gezondheidscommissiên zou trachten te verkrijgen en dat wel in dien zin, dat dui delijk blijke de bevoegdheid der Gezondheidscommissiên om lid te zijn van en afgevaardigden te zenden naar dat Congres. De Commissie constateert met genoegen, dat het Gemeente bestuur van ’s Gravenhage nimmer geweigerd heeft de kosten van het lidmaatschap van het congres of van het zenden van afgevaardigden daarheen goed te keuren, waaruit n»? worden afgeleid, dat het Gemeentebestuur met de Commissie van oordeel is, dat het voor het geheele instituut der Ge- VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 928