Bijlage 41 Aan Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage. Ik heb de eer Uw college hierbij ingevolge art. 2 mijner instructie een verslag mijner ambtelijke verrichtingen, van den toestand en het gebruik van het oud-archief en der bibliotheek over het jaar 1906, aan te bieden, waarbij ik mij echter, daar ik met lo Augustus in functie trad, in hoofdzaak tot de laatste maanden van het jaar zal moeten bepalen. Personeel. In de vacature van archivaris werd voorzien door het besluit van Uw college van 30 Mei 1906, waarbij onder- i geteekende, toen Adjunct-Gemeentearchivaris te Alkmaar, met ingang van lo. Augustus tot Gemeentearchivaris werd benoemd. Tot mijne infunctietreding bleven de beide ver zamelingen onder het beheer van den Commies ter Secretarie, chef van afdeeling, L. F. van der Heijden, van wiens wel willendheid ik, zoowel bij het overnemen van dat beheer, als sedert, wanneer ik daarover inlichtingen behoefde, dankbaar erkende bljjken mocht ontvangen. De klerk ter Gemeente secretarie, W. N. Arntzenius, was tijdelijk, onder zijn toezicht, belast met het geven van inlichtingen en het behulpzaam zijn der bezoekers. Het was mij zeer aangenaam, dat deze lijdelijke plaatsing voorloopig kon blijven gehandhaafd. Gebruik. Volgens het daarvan gehouden register werd het archief vóór i Augustus geraadpleegd door 35 verschillende personen, van wie verscheidene meermalen bezoeken brachten en om- VERSLAG over het jaar 1906, uitgebracht door den Gemeente archivaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 935