93
om te verklaren, dat de Raad in beginsel geen bezwaar
heeft, om, hangende de vaststelling van het Uitbreidings
plan, in behandeling te nemen de voorstellen tot goed
keuring van plannen voor den aanleg van straten, die
haar door Burgemeester en Wethouders mochten worden
gedaan.
Ter hand werd genomen het onderzoek van een in
gediend plan tot aanleg van straten op de terreinen
van de voormalige Pletterij, L. I. Enthoven Co., ge
legen in de bebouwde kom der Gemeente, en alzoo niets
praejudicieerende ten aanzien van het Uitbreidingsplan.
Een algemeen plan ter verbetering van verkeerswegen
in de binnenstad is bij Gemeentewerken in studie.
In de Vergadering van den Gemeenteraad van 9 Juli
werd goedgekeurd het voorstel om met de H. IJ. S. M.
een overeenkomst aan te gaan tot het maken en onder
houden van een tweede nieuwe opening, en wel aan
de N. O. zijde van de bestaande, in den onderdoorgang
van den Rijswijkscheweg en hiervoor een som van
f 80.450,beschikbaar te stellen.
Het onderzoek van de deskundigen betreffende de
aan de betrokken eigenaren te veroorzaken schade door
de onteigening van perceelen ten behoeve van de door
trekking der Groote Halstraat en het aanleggen van een
plein tegenover de achterzijde van het Raadhuis (Zie
Gemeenteverslag over 1905, blz. 94 en 95), had den
llen Mei plaats.
De processen-verbaal van dat onderzoek, met het
advies van de deskundigen omtrent de schadevergoeding
werden, met de andere daarbij gevoegde stukken, ter
Griffie van de Arrondissements-Rechtbank ter inzage
gelegd op 29 Augustus en 4 September.
De Rechtbank deed uitspraak den 3en October voor
de perceelen Kad. Sectie D, Nos. 377 en 374, en voor
de perceelen Kad. Sectie D, Nos. 1087 en 1308.
De toewijzing was voor alle vier perceelen boven de
aanbieding van de Gemeente.
Van het vonnis betreffende de perceelen Nos. 1087
en 1308 werd door de Gemeente en van laatstgenoemd
perceel ook door den betrokken eigenaar, cassatie aan-
geteekendde cassatieberoepen werden door den Hoogen
Raad verworpen bij arrest van 19 November.