41 7 rijke gebeurtenis voor ons nationaal bestaan, maar geen verandering van beteekenis in de inrichting van het Gemeente bestuur waar te nemen valt. Wel is dit het geval, wanneer in 1851 de door de grondwet van 1848 geëischte Gemeente wet voor de inrichting der Gemeenten geheel nieuwe rege- lingen kwam vaststellen en nieuwe mogelijkheden opende; wil men een grens, dan behoort die voor de algemeene administratie in dat jaar te worden gesteld, terwijl voor verschillende neven-administraties accijnzen, onderwijs, militie, schutterij enz. de grens door latere wetten wordt aangegeven. Deze grensverandering werd door mij voorge steld; is het op deze manier afgepaald oud-archief dan een maal georganiseerd, dan zal het te overwegen vallen ook hier, als reeds elders, de wenschen der „Handleiding” te volgen, en geleidelijk de oudste gedeelten van het nieuw- archief onder het beheer te stellen van den archivaris, zoo danig dus dat er gemiddeld een afstand van ongeveer 25 jaar blijft bestaan tusschen de oogenblikkelijke administratie en het in het archief gedeponeerde. Niet slechts, dat op deze wijze een logische en gelukkige oplossing gegeven wordt voor de moeilijkheid, dat de tegenwoordige administratieve bureaux met een zich onrustbarend uitbreidende archief- massa worden bezwaard, maar tevens zal men hierdoor een levend verband krijgen tusschen heden en verleden der administratie, dat de kennis en werking van beide ten goede zal komen. Ook ten opzichte der bibliotheek opperde ik nieuwe plan nen. Namelijk om die te verdeelen in eene boekerij van Hagana, eene hand- en hulpboekerij voor archiefbezoekers, en eene boekerij voor Gemeentezaken. De eerste moet gecom pleteerd worden en geregeld worden bygehoudende tweede kan zich wegens de nabijheid der Kon. Bibliotheek tot het aliernoodigste beperken, maar juist daaraan ontbreekt bijna alles. Ik stelde daarom voor, daarvoor voor eens f 1000.— uit te trekken en voor volgende jaren geregeld f 500.— op de begrooting te brengen. De bibliotheek voor Gemeente zaken ten slotte zou, eenmaal georganiseerd, aan een der afdeelingen der secretarie kunnen worden overgedragen, waar ZÜ het meest eigenaardig zou tehuis behooren. Het spreekt van zelf, dat bij een dergelijke reorganisatie van het beheer der verzamelingen, wijzigingen zouden moe ten worden gebracht in de samenstelling van het aan het uichiefbureau verbonden personeel. Ik stelde u dan ook voor VERSLAG GEMEENTE-ARCHIEF EN -BIBLIOTHEEK. 1) Met do toezegging, dat voor de volgende begrooting met deze wenschen zou rekening gehouden, werd voor 1907 reeds f 400 uitgetrokken, waarmede ue Kaad zich vereenigde.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 941