B i 42 H 4 3. Onderwijs. -1 I B a. Lezen. Hierby wordt voor het aanvankelijk leesonder wijs een eigen methode gebruikt, die zich onderscheidt van bestaande methoden door zooveel mogelyk doorvoering van het gebruik van mondstanden; door het in den aanvang onnoodig maken van het ontbinden van woorden in klanken, terwijl de moeilijkheid van verbinding van klanken tot woorden I k. De verstrekking van kleeding, zooals dit thans geschiedt, is m. i. goed. Slechts éénmaal is het voorgekomen, dat ouders na weigering der afdeeling kinderkleeding om voor kleeding te zorgen, hun kind thuishielden. l. Door 60% van de jongens uit de 4 hoogste klassen werd geregeld wekelijks gebruik gemaakt van het volksbadhuis. De leerlingen gaan daarheen onder geleide van onderwijzers, die ook tijdens het baden toezicht houden en behulpzaam zijn waar dit noodig is. Ik zou het zeer in het belang van de school achten, indien de baden door de leerlingen aan de school zelf genomen konden worden, daar dan de deelneming zeker meer algemeen zou zijn. De meisjes konden niet baden, door gebrek aan vrouwelijk toezicht. m. Het sparen werd op school aangemoedigd door het uit reiken van boekjes voor spaarzegels en het beschikbaar stellen van deze zegels op school 35% der kinderen spaart min of meer geregeld in zoo’n boekje. n. Geen der leerlingen is naar een andere school over gegaan om andere reden dan verhuizing. o. Uit het 4de leerjaar verlieten 2 leerlingen de school Een jongen is bij een houtdraaier geplaatst, waar hij goed voldoet, terwijl het meisje haar moeder thuis helpt. Uit het 3de en 2de leerjaar verlieten eveneens 2 meisjes de school, die beiden niet meer onder den leerplichtigen leeftijd vielen. Zij helpen ook haar moeder in het huishoudeh. p. De plaatsen, die open kwamen door het verlaten der school van enkele leerlingen, werden zoo spoedig mogelijk door andere leerlingen ingenomen. Alleen voor de beide opengekomen plaatsen in de hoogste klasse (het 4de leerjaar) zijn geen aanvragen van Hoofden van scholen voor leer lingen, die in deze klasse wat hun ontwikkeling betreft passen. Uit ’s-Gravenhage zijn thans 33 aanvragen van Hoofden scholen tot plaatsing van leerlingen en uit Scheveningen 5 aanvragen, waaraan niet voldaan kan worden. Stellig zal dit aantal bij de volgende 3-maandelijksche aanvragen van de Hoofden van scholen nog beduidend stijgen. VERSLAG ONDERWIJS AAN ACHTERLIJKE KINDEREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 946