I
42
27
het kind bij zijne grootmoeder een rustige omgeving heeft,
heb ik allen moed op de verbetering van zijn gebrek.
J. B., school Rijswijksche Plein. Hoorstom. Uit dit
gezin waren reeds 3 kinderen mijne leerlingenallen hebben
vele ziekten doorstaan. Deze leerling heeft ontwijfelbaar
afwijkingen in hoedanigheid of bouw der hersenen. De
ouders weigeren echter alle medisch onderzoek. Toen B. op
7jarigen leeftijd mijn leerling werd had hij op school een
half jaar met een griftje gespeeld. Uiterlijk: bijzonder
ongewelfd hoofd, verdwaalde oogopslag als van een zuigeling,
waggelbeentjes. Dit handjevol mensch kon ik niet regeeren,
toen hij bemerkte dat hij bij mij iets moest leeren: hij
gooide zich op den grond en gilde allerlei geluiden. Ik werd
daar in de warme zomerdagen zoo moe van, dat ik B. maar
eerst weer stil liet zitten. Later begon ik met te trachten
hem naar een vast punt te laten kijken. Dit gelukte, zijn
blik werd rustiger en nu kon ik langzamerhand zijn spraak
onderzoeken. Alleen een fragmentarische b en d kwamen
te voorschijn. B. kan nu alle medeklinkers vormen, echter
nog niet in samenstellingen. We zijn op het oogenblik bezig
een versje op te zeggen.
De verschillende scholen werden geregeld door mij bezocht.
Eene bijzondere school uitgezonderd, staat de medewerking,
die ik hier ondervind, boven allen lof. Verzoek om uitsluiting
van het praktische deel der zangles en van spreken in koor
werd steeds toegestaan, evenals onderwijs in linkshandig
schrift. Driemaal had ik de school noodig tot bestraffing
van leerlingen. Ook buiten de spraakgebrekkigheid om,
bestaat er op vele scholen groote belangstelling voor de
I geheele zaak van het spreek- en leesonderwijs. Eene in dit
I opzicht verbeterde opleiding van den onderwijzer zou
ontwijfelbaar gunstig terugwerken op het algemeen gebruik
der stem bij de jeugd. Nu is er alleen de goede wil
Tot slot zjj medegedeeld, dat de heer G. Bouma te Brussel
de vriendschap voortzette door de toezending van .Enquête
j scolaire sur les troubles de la parole chez les écoliers beiges”
en van een uitvoerige beschrijving der Nederlandsche
inrichtingen van onderwijs, verleden jaar door hem bezocht.
Aan vreemd schoolbezoek is voor dit jaar te vermelden,
■dat van den heer Mr. Bergsma, voorzitter der commissie
van toezicht op het lager onderwijs.
18 April 1907. EVA VAN DANTZIG.
VEBSLAG ONDERW. AAN SPRAAKGEBR. LEERLINGEN.
I