45 4 I Den 19en daaraan voorafgaande sloeg de Tjalk echter by harden N.N.W. wind en hooge zee uit elkander en werden de wrakstukken voor f 1.verkocht en door den kooper opgeruimd. December ruim 100 M. van de hoofden der buitenhaven ver wijderd. De diepte daarop is zeer afwisselend, doch zij is over het algemeen meer dan in 1905, en het kwam dan ook slechts enkele malen voor, dat loggers met hoog water, doch holle zee, daarop stootten. Behalve na den storm van den 12en^Maart, toen de af- schuiving der binnenvoorhavenhoofden had plaats gehad, was de voorgeschreven diepte in de buitenhaven aanwezig. Toch stootten daar met gewoon hoog water en holle zee vele vaartuigen en bleven enkele vastzitten, wanneer het hoogwatergetij beneden het gemiddelde bleef, en wel even buiten den mond der binnen voorhaven. In het midden van dien mond was met hoogwater steeds voldoende diepte aan wezig, doch het vaarwater was door het vastzittende zand tegen de muren zeer nauw en daar kwamen dan ook de vaartuigen enkele malen aan den grond. De diepte in de binnenvoorhaven was voldoende met hoogwater, doch vóór de hellingen was dit niet altijd het geval, en konden dan de loggers niet gehellingd worden. De binnenhaven werd op diepte gebracht, uitgezonderd een gedeelte in de doorvaart vanaf den N.O. wal tot den zesden duc’dalf. Behalve daar konden de vaartuigen met gewoon laag water verhaald worden. Veel aanslibbing heeft in de binnen- en binnenvoorhaven plaats gehad. Behalve enkele malen in de buitenhaven, en wel na den storm van 12 Maart, werkte de zandzuiger af wisselend in de binnenhaven, binnenvoorhaven en den mond daarvan. Den 26en Juli geraakte de Tjalk „Cornelia”, geladen met steen voor het Rijk, op de bestorting tegen de Zuiderpier en liep vol water. Den 8en Augustus werd het vaartuig leeg gepompt door het bergingsvaartuig „Stier”, daarna op de zandplaat aan het einde der binnen voorhaven gebiacht. Den 12en Augustus werd zij door het Rijk aan den Burge meester overgegeven, door wien de verkoop op 22 Augustus werd bepaald. Den lOen November wilden de schokkers WR 118 en UK61 de haven binnen zeilen, doch werden door de hooge zee en met de eb daar bezuiden geworpen, en strandden nabij het ververschingskanaal. De UK ging geheel verloren, terwijl de WR later kon worden afgebracht en gerepareerd. Den 26en December strandde daar, ook om bovengenoemde oorzaken de schokker IJM 1 en ging ook verloren. VERSLAG DER VISSCHERSHAVEN. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1906 | | pagina 992