I 42 I 14 De betrachting der artikelen 9—15 der Instructie gaf geen aanleiding tot nieuwe opmerkingen. Nog onderwezen leerlingen: 1. G. T., school Rijswijksche Plein. Dichte neusklank, onduidelijke uitspraak, bestaande inhet weglaten der stem bij zachte medeklinkers, het niet kunnen uitspreken der h, het gebrekkig vormen der w en der g, die klinkt óf als k öf als r. Een Belgische jongen uit een gezin, waar het Fransch de voertaal is. Zijn Fransch is echter ook slecht: ch en klinken als s. De» tweetaligheid is een groot beletsel tot het maken van vorderingen. Zoo is het spontane Nederlandsch(?i nog steeds in declamatie en zinsbouw Fransch. De plaatsing der rededeelen verward, b.v. het verleden deelwoord voorde bepaling, voor het voorwerp, enz. Maar ook technisch is de spraak nog weinig verbeterd. In de 10 maanden gedurende welke de leerling den cursus bezocht is hij nog niet verder gekomen dan dat hij met moeite de b en d kan vormen. De ouders verzetten zich tegen operatieve behandeling, welke tot wegnemen van den dichten neusklank noodzakelijk is. Maar zelfs ondanks dit organisch gebrek, zou T. toch nog vorderingen maken, wanneer hij zich met energie op de spreekoefeningen toelegde. Alleen van de les kan hij het niet hebben. Hij is een flauw jongetje van 12 jaren. 2. J. J., school Kerkstraat. Stotteren op klinkers, die ingezet werden met glottisslag. Nadat de ouders den leerling eens hebben doen schrikken uit louter opvoedkunde, is de jongen stotteraar geworden. Ook in dit geval bewees de zang mij uitnemende diensten; daar J. den weeken steminzet eerder begreep uit den verhoogden toon. Dit stotteren met harden inzet had op den duur de gezondheid der stem kunnen schaden. Thans is J. een mijner beste leerlingen. Daar hij wel een half uur moet loopen van zijn huis naar den cursus en weer een half uur naar de school, hebben de ouders ge durende de wintermaanden staking der lessen verzocht. Hij is ook nog maar 7 jaar. 3. Th. v. V., school Rijswijksche Plein. Algemeen stamelaar. ■Een geval van schromelijke verwaarloozing. De ouders, kermis reizigers, zijn analphabeten. De moeder, Duitsche van geboorte, die uit de Rijnprovincie een leelijk taaltje meebracht, is zeer doof, zoodat er niet de minste controle op de spraak van het kind bestond. Het is een vlugge jongen van 6 jaar, die in korten tijd groote vorderingen maakte. Sedert de groote vacantie is de familie weer haar nomadenleven begonnen; den leer ling hoop ik echter nogeens terug te zien. ■I VERSLAG ONDERW. AAN SPRAAKGEBR. LEERLINGEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 1019