43 4 HOOFDSTUK IV. Onteigening. 17. Onteigening volgens artikel 77 der Onteigeningswet, onderscheiden naar gelang artikel 77, le, 2e, 3« en 4® lid, is toegepastmet vermelding, of de onteigening geschiedde ten name der Gemeente of van vereenigingen, vennoot schappen of stichtingen, krachtens Raadsbesluit of krachtens Koninklijk besluit. Onteigening volgens art. 77, 1®, 2®, 3® of 4® lid, vond niet plaats. Wel werd door Burgemeester en Wethouders bij hunne voordracht dd. 8 December 1907 (Bijlagen tot de Handelingen van den Gemeenteraad n°. 1152) voorgesteld, te besluiten tot onteigening krachtens art. 77, 4e lid, van twee perceelen weiland en water, gelegen in de hierna sub Hoofstuk V 18, bedoelde terreinen tusschen den Rijs wij kschen weg. de Laak, den Trekvliet en de Broeksloot, tot welke perceelen zich niet zoude uitstrekkenhet verbod tot aanbouw en herbouw op die terreinen. Op het einde des jaars was dit voorstel nog niet in behandeling genomen. Het adres van de Vereeniging „Volkswoningen”, waarvan in het verslag over het jaar 1905 onder dit Hoofdstuk sprakè was, maakte ook in het afgeloopen jaar een punt van behandeling uit. In hunne onder n°. 293 der Bijlagen tot de Handelingen van 1907 opgenomen nota, dd. 26 Maart 1907, gaven Burgemeester en Wethouders een overzicht van den loop, welke bedoeld adres had genomen. Het overleg, dat blijkens die nota tusschen het bestuur der Vereeniging en den Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht zoude gepleegd worden, had tengevolge, dat de Vereeniging zich tot Burgemeesters en Wethouders wendde, met de mededeeling, dat naar hare overtuiging, het oorspronkelijk door haar ingediende plan, zooals dat op aanwijzing van den Directeur voornoeind gewijzigd zoude moeten worden, de voorkeur verdient boven het in voormelde nota bedoelde grootere plan van dien Hoofdambtenaar, en dat zij de uitvoering van laatst bedoeld plan niet kon ter hand nemen. In verband hiermede overwogen Burgemeester en Wethouders het denkbeeld, om het daarheen te leiden, dat het geheele werk door en voor rekening van de Gemeente zal worden uitgevoerd. Op het einde des jaars was hieromtrent nog geen definitief besluit genomen. VERSLAG WONINGWET.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 1025