ff
43
HOOFDSTUK V.
Uitbreiding van bebouwde kommen.
18. Raadsbesluiten ingevolge artikel 27,1® lid, der Woning
wet. Toepassing van artikel 27, 2® en 3e lid.
Raadsbesluiten ingevolge artikel 27, 1® lid, der woningwet
werden niet genomen.
Door Burgemeester en Wethouders werd bij hunne voor
dracht dd. 3 December 1907 (Bijlagen tot de Handelingen
van den Gemeenteraad n°. 1151) ter vaststelling aangeboden
een verordening, houdende verbod tot aanbouw of herbouw
van gebouwen op gedeelten van de terreinen tusschen den
Rijswijkschen weg, de Laak, den Trekvliet en de Broeksloot,
welke, deels bij Raadsbesluit van 1 Augustus 1905, deels
bij Raadsbesluit van 14 Juli 1906, waren aangewezen als
in de naaste toekomst bestemd voor den aanleg van straten
en van pleinen en, onder denzelfden datum (Bijlagen tot de
Handelingen van den Gemeenteraad n°. 1152) voorgesteld,
om, in verband met het bepaalde in artikel 27, 2, een ander
gedeelte dier terreinen te onteigenen (verg. Hoofdstuk IV, 17).
Op het einde des jaars waren deze voorstellen nog niet
in behandeling genomen.
19. Raadsbesluiten ingevolge artikel 28, 1® en 2® lid, der
Woningwet. Toepassing van artikel 28, 8® lid.
Raadsbesluiten ingevolge artikel 28 der Woningwet werden
niet genomen.
De beantwoording door Burgemeester en Wethouders van
het op 3 October 1906 verschenen verslag van het verhan
delde in de afdeelingen van den Gemeenteraad met betrek
king tot de vraag, op welke grondbeginselen het uitbreidings
plan voor deze Gemeente zoude moeten rusten, verscheen
den 4 Januari-1907. (Bijlagen tot de Handelingen n°. 28).
Nadat de Raad in zijne vergadering van 18 Maart 1907
alle op de verdere behandeling van het uitbreidingsplan
betrekking hebbende voorstellen had verworpen, gaven
Burgemeester en Wethouders bij hun voorstel van 20 Maart
1907 (Bijlagen tot de Handelingen n°. 258) in overweging te
besluiten „tot de benoeming van één deskundige, aan wien
„zal worden opgedragen om in overleg met den Directeur
„der Gemeentewerken een plan van uitbreiding voor de
„gemeente ’s-Gravenhage te ontwerpen.”
Bij Raadsbesluit van 22 April 1907 werd als zoodanig
benoemd de Heer H. P. Berlage, architect te Amsterdam.
Bij Raadsbesluit van 16 December 1907 werden Burge
meester en Wethouders, overeenkomstig hun voorstel dd.
5
VERSLAG WONINGWET.