18 Centrale Werkgevers Risico-Bank. De Directie, DE KRUYFF Jr. Bestuur der Rijksverzekeringsbank bracht daarop de zaak voor den Centralen Raad van Beroep en deze herstelde op 3 Mei 1907 weder de schatting der Rijksbank. De overwegingen, die den Centralen Raad er toe leidden de wel gemotiveerde uitspraak van den Raad van Beroep te vernietigen, waren buitengewoon sober gesteld, zoodat men niet kan nagaan, wat de motieven waren van het hoogste Beroeps College in deze zaak. Intusschen is het ons aangenaam aan het medegedeelde te kunnen toevoegen, dat de „blijvende” invaliditeit van 60% slechts tot 14 October 1907 werd gehandhaafd. Vanaf dien dag verlaagde de Rijksverzekeringsbank de rente en nam eene ongeschiktheid van 50% aan. Hoewel dit bedrag naar onze meening nog veel te hoog is. hebben wij geen vrijheid gevonden Uw College nogmaals te adviseeren tegen deze toekenning beroep in te stellen. Mocht dit verslag Uw College aanleiding tot opmerkingen geven, dan houden wij ons voor de mededeeling daarvan ten zeerste aanbevolen, terwijl wij ons tot het verstrekken van eventueel verlangde nadere inlichtingen volgaarne be reid verklaren. VERSLAG OMTRENT DE ONGEVALLENVERZEKERING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1907 | | pagina 1043